Tuesday, March 21, 2023
De O's
"Le sable de la plage entre les draps,
A été délicatement enlevé avec des pincettes,
Ne savais-tu pas
A quel point suis-je attaché à la mer ?
Combien ai-je besoin du feu de joie ?
je vais chercher ma serviette
et mon panier pique-nique,
mon chapeau de soleil,
Je prends tout, tout le monde,
sauf le silencieux,
Qui la plage à tout prix,
envie de forcer dans la mer,
Mais savait-il ?
Que ni la mer ni la plage ne peuvent s'échapper,
Ou peut-être,
à une paire de mains qui célébreront au bord de la mer;
comme la vie serait belle?
et peut-être:
comment on passe?
dont nous sommes reconnaissants.
Ne l'oublie pas.
Le silence cède à peine,
mais le savait-il ?
Ou peut-être,
une vie heureuse
-
accident parfois,
chagrin, sûr,
-
Dis-moi, Silence,
dis-moi maintenant
à qui vas-tu parler?
quand le dernier rayon de soleil s'est échappé des draps,
quand la dernière pelle est dans le bac,
lorsque la couleur estivale a disparu dans le caniveau de la douche,
à qui vas-tu parler?"
Tuesday, March 14, 2023
" ¶ もう一つ如何ですか ¶ 明日では如何ですか."
"En wanneer het verdriet op bezoek komt, een zucht de deur net iets te hard dicht doet gooien, als het bord dat te glibberig uit de handen en op de grond kletterde, wanneer De Man met de Hamer een pauze opeist,
Er zijn zo veel dingen die, waarvan, omdat toch, of soms, heel even, en geen één, zal ooit, of bereiken kunnen, op zijn minst,
Herinner je je nog, hoe toen, voor het moment vervlogen, er een bladzij van mogelijkheden zichzelf over de eettafel wenste uit te spreiden, in de vorm van twaalf optelsommen en verwijzingen naar nummers die misschien ooit terugbellen zouden kunnen,
De paarse kelken van zo goed als zomer maar nog niet echt, doen me denken aan zijn kazuifel, zo goed omhelsd door beide stola's, dat hij bijna onzichtbaar, tenzij je wist dat het er was, dan,
Als de belastingdienst aan de andere kant van de lijn zit lijkt elke minuut drie jaar, maar toen jij, was het alsof het in één knip van de vingers,
Was er een zoen gedag of welterusten geweest, zou de druk van de lippen dan, genoeg, genoeg om genoemd te mogen,
Wil gewoon een gaan, omdat er nergens anders meer een te ver te verwachten, en dat is waar jij bent,
Was het brein muzikaler dan begreep de viool de wolk van onschuld wellicht, was er een vinger op te leggen, een blaar aan te verwijzen om je op de pijn te wijzen,
Maar diep in de keel, op het stokken tussen de eerste en tweede lettergreep, daar ligt het hart van wie ooit had kunnen zijn begraven,
Dat wij allemaal liegen, is de enige waarheid, dat wat verzwegen wordt het meest spraakmakende van de kern der verbinding is, hoe leven en laten leven wat onuitgesproken ruikt als bedlinnen dat achttien jaar onaangeraakt op zolder perongeluk,
Begraven."
"По роботі пізнати майстра."
"Duizend gezichten én tellende.
Toch, zijn er slechts,
'n tweetal die er toe doen.
Mijn schuin opgeplakte halve pomodori's, worden langzaam aan, echt tiet. Ben in alles een laatbloeier, maar blijf altijd groeien, sloom, maar zeker.
De een ondertussen vleestomaat waardig, de ander nog altijd even dubieus. Met de kinderen ga ik graag in de tuin prikken. Frutten. Dat ze bij de handen voelen mogen, met eigen ogen mogen zien, dat elk op zijn eigen tempo, evengoed de knop in schiet en ontluiken zal.
Ze vraagt me veel dingen, te veel, eindeloos. Zelfs als ik onder de douche sta. Zelfs als ik zit te poepen. De vraag is te groot. Dus antwoord ik haar. Even eindeloos.
De ketting werkt. Mijn hart glimlacht. Heel even. Heel even is de buik tevreden. Voor alles is een tijd en een plek.
Toch blijf ik dat potje augurken dat je als 'ie leeg is in de vaatwasser zet. Het label is niet meer te lezen, maar het zit er alsnog, altijd, hardnekkig te wezen.
Soms vraag ik me af, snachts, badende in mijn koorts, wanneer de oorlog voorbij is, wanneer het stof genoeg liggen gaat voor iedereen, om te zien, wie nu eigenlijk de vrouw is, daarachter.
Dat hoeren ook de afwas doen, ook boterhammen smeren voor de kinderen, ook stofzuigen en de matten uitkloppen en het dekbed met een ongelukje uitwassen, midden in de nacht.
Dat gekken ook de huur betalen, de auto tanken, de ramen wassen en koken voor hun man.
Ik zou eindeloze lijstjes kunnen maken, de opsommingen zijn jaren te meer.
Dat het ene waar wél respect voor, er eentje van nature, en alles op wil en dank en best, alsnog compleet verwaarloosbaar.
Soms, sluit ik mijzelf op in de garage, dan stroomt het achter het gordijn. Ik was erbij natuurlijk, betrokken, zo veel meer. Én ook zij.
Slik mijn tranen in, verdedig de meester én de voorzitsters van de lastercampagne. Niemand anders zou er last van moeten hebben. Toch denk ik soms, was ik maar zo.
De ruzie over losliggende kabeltjes, ligt recht om de hoek te wachten. Ik heb er geen hart meer voor."
Subscribe to:
Posts (Atom)