Monday, July 20, 2020

X

"Niets is zo ijdel als hoop.
Vroeger, zou hij het optimisme noemen.
Nu, zelfingenomen.
Het taaltje is verloren.
De definities veranderen.
Het woordenboek is uit het raam.
Het binnenste van, ons.
Van buitenaf bekeken.
Bejegend alsof vreemde.
Wacht, wisseling, wachtwisseling.
Vervang hoop met heuvel, berg of hobbel.
Doop jezelf tot Mohammed.
Niet is zo ijdel als hoop.
Behalve hij die de spiegel verwijt niet genoeg reflectie vermogen te hebben.
Wat je ziet..."

x


"Vrienden,
Zij kennen de gekscherende honger en dorst die ongestilt bezit neemt van.
Overgave.
Ter overname.
Noem het beestje bij haar naam.
"Monster"
Zo zie je.
De diepte, de duisternis.
Er is niets zo verslavend als het verlangen naar.
Wij zitten in de taxi. Hemelse haven van anonimiteit.
Ik weet dat het loont een vrouw te zijn.
Nattigheid op de achterbank.
Nog nooit een klacht.
Slechts zuchtjes en smakjes.
"Waarheen?" vraagt hij
"Naar meer, meneer." zegt de Grijze.
Zo vertrekken wij zonder eind, naar bestemmingsloze oorden, die fantasie of dromen.
Lust zet de komma of stelt de vraag, waar reden er een punt achter had moeten zetten.
Zo slenteren alle Kafka's vanzelfsprekend in het eigenste gezelschap voort.
Zij kunnen ook niet anders.
Dan altijd oorsuizend en hartgonzend reikhalzend al naar het volgende, nog net op hun tenen lopende, de vinger uitstrekken.
Naar de ander.
Ver.
Vreemd.
Vondeling.
De Zwijger ligt in mijn bed.
Zo vloeiend als hij het spreekt, zo hakkelend de woorden.
"Dit is het."
"Ahmma"
Wie nooit honger heeft gekend, zal zich niet storen aan de stilzwijgende leegte, tot geproefd is van.
Wie zijn dorst lest met water, zal nimmer meer, of dronken zijn van de zoetsappigheid die waarheid met gulzige slokken innemend tot spraakwater van de binnenvetters doopt.
Vertrouw.
Confidantschap.
Hap. Slik. Weg.
Hij struikeld door het leven.
Als een eindeloos vallend man.
Jezelf vinden in ver, vreemden.
Vondeling.
Volgeling.
Bundeling van blindelings.
Nauwelijks ontmoette hij mij.
Meestal hemzelf.
Toch hang in graag in de lucht.
De geur. De gedachte. Aan de lip.
Dat het altijd aan mijn voeten kan.
Breek, punt.
Schaak, mat.
Vraag, stuk.
Thuis, komst.
Hou, vast.
Land, zacht.
Ver, bond.
"Waar is meer, meneer?" spiegelreflex.
"Verder vandaan van minder."
Meer weten wij ook nog niet.
Van, daag
Van, daar."

X

"De ademruimte was zo benauwend klein dat zelfs een vleugje hoop te minuscuul om te ruiken.
Alsof je een nat shirt in een plastic tasje laat zitten weken aan een stuk, verbaasd dat zij verstikt.
Je weet pas dat het zo niet werkt, wanneer je er eentje verloren hebt aan het gebrek van tijdig handelen.
Dan, start de interne klok die wij intuïtie noemen met tikken, niet slechts voor onszelf, maar ook voor de ander.
Bij gebrek aan beter, eten wij de restjes die over zijn.
Er is niets zo eerlijk over de relatie als een koelkast bestuderen of het eetpatroon laten noteren.
Met restjes kun je eindeloos creatief zijn, er kan nog heel wat van gemaakt worden, maar een uitgebalanceerde maaltijd die aansluit bij wat nodig is op het moment, zit er meestal niet tussen.
Je kunt het shirt tien keer wassen tot zij weer geurt zoals normaal en wederom prima aansluit, maar de vlekjes, het restant van de verstikking, zal nooit meer weg te boenen of schoon te maken zijn.
Soms, vergeet je, na een storm of omkantelen, om de vuile was buiten te hangen zodat het kan drogen aan het licht, of vergeet je van drukte en hectiek om voedzaam aan te vullen waar honger en dorst leven als onze bondgenoten in balans.
Dan is het tijd, om te proeven en voelen, wat er met een ziel gebeurd die ondervoed of in ademnood.
Sondes en smeekbeden eensgelijks, steun en tanks als vanzelfsprekendheid.
De liefdes dokter neemt een kijk.
'Het is weer zo'n gevalletje van twee mollen bij elkaar. Wie blind staart op de gronden, en bang voor de felheid van het licht bij bovenkomst, zullen lijnrecht tegenover, ziekelijk zoekende zijn.'"

Monday, July 6, 2020

"Cryptisch puzzel woordenboek voor partner van Kafka."

1. "Zoals ik het zeg."
Betekenis: lees letterlijk wat er staat en vergeet je aannames. Neem aan dat het enige aannemelijke is, dat het bericht, letterlijk een op een aan te nemen is voor wat het zegt.

2. "Noted."
Betekenis: Ik wil je leren kennen en ik zie je eigenzinnigheden en bijzonderheden als essentieel onderdeel van hoe je beweegt en wat je drijft, ik zet het in de handleiding van hoe en waar je te ontmoeten voor nog meer diepteonderzoek in de ziel.

3."Ik snap dat het voor jouw zo is, maar niet voor mij."
Betekenis: je aannames en zwaartes zijn je eigendommen. Wat van jouw is, is niet van mij. Bezit wat je wil. Dat doe ik ook. En ik doe niet aan tweedehandse aannames of overdracht van oud fundament. Hou wat je hebt bij jezelf. Maar geef me de ruimte om op eigen gronden te staan, vrij van de vergankelijkheid van voorgangers die al vertekend hebben en genomen hebben.

4. "Kom maar halen."
Betkenis: Ja ik wil je zien. Nee ik ga niet mee. Ja kom hier. Nee ik ga niet daar. Ja ik wil de ogen. Kom zien met mij waar we zijn. Nee ik ben niet zeker. Ja ik ben verward. Nee ik beschuldig je niet. Ja ik ben aangedaan. Nee ik weet ook niet wat ik daarmee wil. Ja ik denk dat ogen de oplossing zijn want zij spreken altijd duizend maal duidelijker dan de schermpjes die leesbaar maar koud.

5. "Als jij het zegt."
Betekenis: dat ga ik zo nog opzoeken. Ik geloof je niet. Zeker is dit bullshit. Jammer dat ik er niet op terug kan komen als ik wel gelijk heb. Ja vast heb je een punt. Nee ik denk niet dat je gelijk hebt. Ja we kunnen het erover eens zijn dat we het oneens zijn maar alleen als je mijn trots en ego in de poging te doen alsof ik eroverheen kan stappen niet laat struikelen over het onvoorkomelijke feit dat ik helemaal niet de type grotere mens ben dat benen heeft die lang genoeg zijn om ook maar over een mier heen te stappen.

6. "Wat denk je zelf?"
Betekenis: zeg me dat je op zijn minst weet waarom je voelt alsof er iets niet goed ging want anders kunnen we nog een heel eind zoeken zo ter hoogte van je reflectie vermogen. Of waar deze voor het laatst vernomen is.

Bloom mountains

"Het was verblindend te denken dat de zekerheid van een ander, alle twijfel weg kan nemen en als een roesje vol van vertrouwen het lichaam kan doen ontspannen.

Soms deed hij mij aan het teruguit tellen denken.
Vooraf vertellen ze je om te denken aan fijne dingen, alleen dan krijg je warme welkome dromen.

Het is vast mijn schuld, dat ik bleef hangen op een gedachte mist aan al het gemis.
Nu leef ik daar.
Tussen slaap en waak. In het roesje dat bestaan heet.

Al die tijd teisterd het hart, zoals de wrijving van een steentje tussen voet en zool, waanzinnig maken kan.

Er leeft een niemand in het land van lichaam. Hij bestaat niet, zonder mij, en evenmin.
Hij is zo weergaloos als onschuldig gewikkeld in het boetekleed dat van vader op zoon en zo voorts.

Hing het geloof heilig aan dat ziel alomvattender dan hart weest. Nu pas, begrijp ik, waarom de wetenschap haar bewustzijn noemt.

Zo dunt de kalender blad bij blad afvallende alsof de herfst altijd in huis is. Herinnerd aan de geur van rotte bladeren en de wormen die alles wat het levenloze toebehoord een wederopstand schenkt.

Soms stel ik me voor dat wilde bloemen ontstaan bij de gunst van je vruchtbaarheid.
Dat het stoffige dat verdwijnt in de cementmolen en de bruggen naar over en weer verharden in eeuwigheid een dankzegging is, die je naam jubbelt met iedere klinker.

Dan laat ik een diepe zucht en vergis mijzelf nog eenmaal meer.

Besluit ik dat het beter is blind te wezen, zoals een mol, altijd de weg naar het bovenaardse weer vind.

Dan weet ik, het zeker. Natuurlijk. Absoluut."

Pussy Lounge


"Dankbaar zucht de poes.
Duizendmaal. Duizendmaal.
En zo voorts.
Soms dan is zij eigenwijs.
Blaast zij van onbekoren.
Dat ieder het horen mag én zal.
Recentelijk sluiten wij ramen en deuren voor het slapen gaan.
Zij is niet langer houdbaar met deze onstuimigheid.
Al zijn de kussens immer voorverwarmd het bed behoeft haar niet altijd.
Zo hoor ik haar dan spinnen, wanneer ze denkt dat eenieder slaapt.
Soms met de dekens.
Soms het tapijt.
Hoe het haar klit is geen vraagstuk, enkel een giechel waardig.
Poes schuurt graag.
Likt graag.
Poes wenst uren geaait te worden.
Poes houdt van kriebelen en haar kontje langs de benen af strelen tot zij krijgt wat zij wil.
Na ontvangst slaap zij.
En snurkt.
Poes krijgt graag alle aandacht.
Krabt je als het te goed of fijn.
Genot is gewenst maar met mate en op haar manier.
Er is niet zo veel verschil tussen de twee.
Die van hem én die van mij.
Identiek in onhandigheid en onverbeterlijke karakter.
Man wilde graag een harem.
Heeft nu twee poezen.
En 'n hond."

X

"De ademruimte was zo benauwend klein dat zelfs een vleugje hoop te minuscuul om te ruiken.
Alsof je een nat shirt in een plastic tasje laat zitten weken aan een stuk, verbaasd dat zij verstikt.
Je weet pas dat het zo niet werkt, wanneer je er eentje verloren hebt aan het gebrek van tijdig handelen.
Dan, start de interne klok die wij intuïtie noemen met tikken, niet slechts voor onszelf, maar ook voor de ander.
Bij gebrek aan beter, eten wij de restjes die over zijn.
Er is niets zo eerlijk over de relatie als een koelkast bestuderen of het eetpatroon laten noteren.
Met restjes kun je eindeloos creatief zijn, er kan nog heel wat van gemaakt worden, maar een uitgebalanceerde maaltijd die aansluit bij wat nodig is op het moment, zit er meestal niet tussen.
Je kunt het shirt tien keer wassen tot zij weer geurt zoals normaal en wederom prima aansluit, maar de vlekjes, het restant van de verstikking, zal nooit meer weg te boenen of schoon te maken zijn.
Soms, vergeet je, na een storm of omkantelen, om de vuile was buiten te hangen zodat het kan drogen aan het licht, of vergeet je van drukte en hectiek om voedzaam aan te vullen waar honger en dorst leven als onze bondgenoten in balans.
Dan is het tijd, om te proeven en voelen, wat er met een ziel gebeurd die ondervoed of in ademnood.
Sondes en smeekbeden eensgelijks, steun en tanks als vanzelfsprekendheid.
De liefdes dokter neemt een kijk.
'Het is weer zo'n gevalletje van twee mollen bij elkaar. Wie blind staart op de gronden, en bang voor de felheid van het licht bij bovenkomst, zullen lijnrecht tegenover, ziekelijk zoekende zijn.'"