Tuesday, March 14, 2017

"Ach-No-Stic-Ks"

"Veel kan gezegd danwel geschreven worden over vrijheid.
Maar wat is zij dan?
In de afgelopen dagen vieren wij alsof we vrij zijn. Vrij van verwachtingen, prestatiedruk, oordelen van andere, vrij van de wachtrij, hondenpoep en andere zorgen,
Zo vrij dat ik vergeet dat er een morgen komt, vrij genoeg om ervan uit te kunnen gaan, dat ik morgen gewoon weer op mag staan,
Zonder stil te staan bij de beperkingen, die in iedere kring een andere ring om de polsen voorstellen, of misschien wel gewoon één telefoon.
Vrijheid kun je bestellen in een kartonnen doos, ingepakt met bubbeltjes plastic, handle with care,
Of care tijdens behandelen, want de waarde die je hecht aan het gevecht, bepaald de prijs die je betaald... Of het nu rechts of linksom is.
Lippen getuit, mening geuit, buit gemaakt over een ander zijn rug, en weer terug naar gistere. 

Maskers en kostuums. Iedere dag dezelfde herhaling, van today's last night show, vrijheid is kunnen bewegen naar morgen zonder touwtjes of misschien eerder nog zonder te weten van de poppenspelen... 

Ignorance is bliss, weten is blisters hebben van de vlucht voor het gevangen raken in de webben van stramien en conventies, vergaderingen over levens waarbij mannen in pak beslissen of iemand van 80 wel of niet twee keer per dag mag pissen. 

Blijf lopen, blijf rennen, blijf vergeten, tot aan het beter weten toe...

 Want nu, mag het nog. 4 dagen vrij. 

Of is zelfs dat bedrog?" 



"My comfortzone expanding to unknown grounds" .

"De kleuren bewegen zich voort als maden,
16.293 nog niet volgroeid maar wel geteld,
Zonder vleugels nog vervliegen zij in avonturen die ik enkel versta in woorden die ik niet spreek,
"Neem me mee" fluister ik ze toe,
Wanneer zij verslag uitbrengen,
Oh de melancholie, zij druppelt langs mijn wang,
Ik heb heimwee naar plekken die ik nooit bezocht,
Verdriet om geliefde die ik niet verloren ben,
Last van nostalgie naar een tijd waar ik niet leefde,
Zij verteren me, iedere hap die zij van het rottende vlees nemen,
Zetten ze om in nieuwe energie,
Het licht van ons bestaan,
Er gaat niets verloren bij verlies hier,
Hoe zij komen en gaan op zoek naar voeding, bodem, vleugels,
Het kietelt mijn hart te slaan op dood,
Over haar heen gebogen bestudeer ik haar,
Ik heb je nog altijd lief, maar ik kan het wachten niet verteren,
Kan de angst voor oorlog niet meer laten regeren,
Verkies nauwelijks in leven over, op sterven na dood,
Dat, is pas een vredig bestaan."

"Oursolsyduk"

"Of ik haar voel, de muziek die me streelt in vormen die ongekend op blijven dagen in mijn dromen,
Als een eerstgeborene in een warmbad ondergedompeld,
Laat zelfs de kleinste beweging,
Rimpeleffecten achter,
Bij denken aan, lezen over en nagaan met alleen,
Bedekt mijn lichaam zich met kippenvel,
Bereid zich voor op het genot dat zwijgen is toestaan in ander licht zet,
Als ik de stilte van de Zwijger hier laat hangen in de lucht,
Zelfs geen fluistering verstoor,
Dan hoor ik haar,
"Of ik me het zal herinneren?"
Ook wanneer ik je niet aan durf te kijken,
Vooral dan, ben ik volledig op jou gericht,
Al weken, maanden droom ik van de patronen die je streling achterlaten,
Toch, kan ik het zelfs in zacht zoete dromen, nooit zo aanraken als jij doet,
Er zijn woorden waar ik niet op kom, zinnen die ik niet gehoord heb, en veel van je ogen dat ik miste,
Maar wanneer je twijfelt aan of jij ooit in mijn vergetelheid vervalt,
Vertrouw me dan, nooit, ik was te druk met het onthouden van de belangrijke dingen,
Hoe je ademhaling in frequentie varieert, hoe je hartslag de mijne op hol brengt, het suizen van je bloed, de zuchtjes,
Maar vooral met hoe jij me als muziek in de oren klinkt. "

Wednesday, March 1, 2017

Den sorte Drøm - 19.11

"Je ogen waken over me,
Ik slaap in verloren momenten,
Mijn herinneringen spelen zich af achter het gesloten,
Iedere beweging in schrik is een overgave,
Elke zin die gemompeld wordt,
Het zijn de boven op liggende voor hand woorden,
"Het spijt me", "ik mis je", "ik kon het niet",
Maar meer nog dan dat,
Ontwaakt zij in mij, misschien dat ik daarom mijn hoofd niet durf te rusten,
Of eigenlijk, weet mijn lijk het zeker haar eigenheid hier,
Zij zorgt voor iedere beweging die ik maak wanneer ik niet langer zweef tussen bewust en zijn,
Na al die tijd, het concept, heeft zich nog steeds in mijn macht,
De heimwee overspoeld me dan ook in de donkerste nacht,
"Mhhhamhhhanmm",
Ze klinkt als mijn woorden maar komt niet bij klonk aan,
Was het maar zo, dat iedere gebroken brug automatisch een zeemansgraf werd voor zij die nog steeds grenzen durfde te passeren,
Maar ze past ervoor, gaat er niet aan onder al wenste ik door,
Ik vertel je hoe ik geniet van de rommel hier, meer geniet ik van rommelen zelf het laten liggen daar draai ik me niet voor om,
Moet mezelf dwingen de vrijheid te ervaren, dat vertelde hij me,
Het is als oorlog voor de vrede,
Ik mag het genot zegevieren in de stille morgen,
Tot de zorgen mijn avond in nemen,
En zij mijn dromen gijzelt, wellicht is de angst om haar iedere nacht daar te ontmoeten, wel de grootste geseling van allemaal,
Ik wil je nog toefluisteren, 'slaap zacht',
God, wat is dit ogenblik prachtig,
Hoe na strijd je afwezigheid in mijn lucht blijf hangen,
Je ogen waken over me, ze wekken me nooit,
Ik slaap in verloren momenten,
Maar een enkele keer droom ik,
En juist die, verlies ik niet." .