Saturday, April 20, 2019

Gesmoord met nootmuskaat.

Wij zijn wat hij noemt een "near miss" en soms, in een waas van whiskey en zorgeloosheid, dan noemt hij ons, een onmogelijke vondst.

Hij had geen verblijf. Wij hadden veelal geen thuis bij keuze. Parijs. Lissabon. Hongkong. Turijn. Melbourne. Krakouw. Praag. Moskou. Berlijn. Londen. Kaapstad. Wij liepen elkaar 21 jaar mis, zoekende, hoe een thuis te vinden in het nomaden bestaan.

Mijn vriend is een echte bloemkool. Niet een gewone bloemkool, maar een echte bloemkool. Je weet wel, zo'n Hollander bij uitstek. Hij is stug en nors maar heeft een hart van goud gevuld van warmte en liefde. Maakt nauwelijks iemand een compliment en als hij het doet, dan complimenteert hij je bij anderen, en hoor je via via, dat je het goed deed. Waarom rechtstreeks, als het ook met een omweg kan? Hij roddelt graag, maar loopt er nooit mee te koop, je mag niet roddelen, dus roddelt hij nooit, tot hij wel roddelt. Semi gereserveerd. En als wij een vakantie boeken vanuit de luie plek in het bed, dan roept hij uit "kijk hier dan, 80 procent korting, tach-tiggg Carmen, dat doen we, dat doen we, kijk dan met bad, met een bad voor taaach-tig tach-Tig procent korting, we gaan alleen nog maar buiten het seizoen op vakantie, we doen het, we doen het, we kijken niet meer verder, kom op zeg nou, zijn wij Hollanders of niet?" Een bloemkool zonder twijfel. Hij gooit nooit eten weg, behapt zelf alle "seundjes" want ook dat is zonde weg te gooien. Hij klaagt niet graag maar als hij de griep heeft, dan is het raak. Mijn vriend is wat je noemt een bloemkool, je ziet het alleen, zo van buiten, niet.

Soms neem ik hem mee, wij gaan op een "excursie" zogezegd. Naar het dorp, de stad uit. Hij praat Brabants, maar dialect is tien werelden verder weg. Ook al verstaat de man niets, hij glimlacht lief, probeert de kern van de gesprekken te bevatten maar sloeg de plank ver daarvoor al mis. Deed een nette broek aan en een polo, want een eerste indruk bij vrienden en familie... Had hij mij maar op het woord geloofd, een spijkerbroek, dat is al heel wat. Zo een op een het gaat nog wel, als ze maar jong zijn in het gezelschap. In de kroeg is het een ander verhaal, iedereen is stil, zij draaien hun hoofd naar hem, daar staat een Pool. Deze Pool is eigenlijk gewoon een Nederlandse Rus, of een Russische Nederlander, of wat ik dan noem, een bloemkool met een sausje, een echte Hollander met wat excentrieks. Maar dat is niet hoe het gaat. Er wordt me gevraagd, wat ik met een pool moet, mensen ruimen hun portemonnee die standaard op de hangtafel, de bar of half uit de jas stekende, veilig is, stante pe op. Er was ooit in de tijd dat mijn oma jong was, een dorpsneger, later werd het een kutmarrokaan en nu, jawel was er een tijd lang een dorpspool geweest, waar mijn vriend op leek, ze weten het zeker niet te vertrouwen.

Mijn familie houdt van hem, maar zij begrijpen het niet, een Pool die zijn geld verdient al rondjes draaiende op zijn hoofd. Zij probeerde zich voor te bereiden op de ontmoeting, ondervroegen mij al weken vooraf, breakdance, blijven ze maar zeggen, ik probeer ze uit te leggen, het is een belediging, hij breakt dus hij is een b-boy, maar eigenlijk doet hij nu experimentele dans. De zucht aan de andere kant van de lijn is zo luid dat het de verbinding verstoord, ik dacht even dat ik had gehoord, daar gaan we weer. Het is spijtig maar waar, dat ik vanaf daar, dan ook vaak te horen krijg hoe de v, wel bij "ons" paste. Waaronder een snuivende labzwans met agressieve trekjes, maar he, wel geboren en getogen in en zijn neus. Aha, daar gaan we weer, hij was gewoon. Alle andere zijn altijd welkom, ik natuurlijk ook, maar ik moet wel vooraf laten weten of de Pool mee komt. Mijn vriendinnen hebben daar geen last van, hun hooligan stoeptegels uit de grond trekkende met voorbedachte raden veroordeeld voor openbare overlast de wereld kapotscheldende wederhelften zijn altijd welkom, ze komen uit d'n durp, dat is gewoon hoe het hoort.

10 juni 1994.

Zijn vader zegt hem "dat hij nu de man van het huis is," hij verteld zijn 14 jarige zoon "dat het tijd is," geeft hem 100 roebel in zijn hand voor in noodgevallen. Drukt het hem nog een stevig op het lijf met zijn knoesten van handen. Het leek heel even net alsof, papa, slikte. En kleine Androeska strief toen André het vliegtuig in stapte. Hij neemt zijn moeder en zusje mee. Waakt over ze de hele reis. Zij landen in het kikkerland.

12 juli 1994.

Mijn moeders vliezen breken. Zij wilde zojuist in de grote hitte een douche nemen. Mijn vader doet de tuin. Schoffelt wat. Het badkamer raam staat op een kiertje op kiep. Zij roept hem zachtjes. Onderweg naar Helmond belt de verloskundige, het is te vroeg, het is te vroeg, het is veel te vroeg, het kan niet. Zij belanden in Veldhoven, een paar straten verderop.

14 juli 1994.

André bevind zich in een iets minder kant en klaar "thuis" dan zij veronderstelde. Veldhoven is een grote kleine plek. Tijd ruimte, vormde een probleem, hoe ironisch ook voor een jonge man wandelende door de Kometenlaan. Hij vind de voordeur op de Sirius. Nummer 15. Het is er altijd druk, er is altijd nood, het is als Rusland was, een anarchie waar hij creatief doorheen, langs en naast beweegt. Maar als hij dwaalde door, dan bevond hij zich onder de sterren. Een stille troost, voor een zwijgend kind.

15 juli 1994.

Zij noemen haar "Carmen" naar de opera van Bizet. De dokter had nog zo tegen hem gezegd, "met alle respect meneer Verduyn, stuur geen geboorte kaartjes, geen mens wil in dezelfde week de rouwkaart erachteraan sturen, houdt uw dochter gewoon vast, zo lang u haar vader bent." Hij spendeerde uren langs de printer, Peter het konijn stond voorop. Aan de binnenkant een verzoek, om niet langs te komen, niet te bellen, om moeder en kind met rust te laten zolang zij in het ziekenhuis verkeerde. De man doet zijn best. De printer heeft het geweten. Een klap, twee klappen, de printer is niet langer hier. De zon scheen, maar het weer klopte niet.

20 augustus 1994.

André krijgt een kaart van zijn vader. Een ansicht. De voorkant zag er treurig uit. Bedroeft als een die je stuurt bij een condoleance, de binnenkant was nog triester. De man mag het land niet uit. Hij probeert het. Hij beloofd het. Haalde tot aan Düsseldorf, maar kwam niet verder dan daar. Hij was zo dichtbij, en faalde toch. Het gezin leeft nog in zijn hart, hij hoopt dat zijn zoon het zijn vrouw en dochter goed laat maken, dat hij sterk is, maar... Vergeef mij alsjeblieft Androuska, je vader, komt voorlopig, nooit meer.

31 augustus 1994.

Zij had al dagen geademd zonder hulp. Haar hart stond niet langer stil in haar slaap. Het gepiep en gebel en de eindeloze stroom aan draden, van en naar, waren verdwenen. Zij mocht naar huis. Kreeg van haar moeder een licht gele gebreide jurkje aan. De schuin tegenover buurvrouw had het met alle haast gemaakt. Er waren bij prenatal geen kleertjes voor een pasgeborene zo klein, dat ze eigenlijk dood had moeten zijn. Er moest met stel en sprong. Een mens denkt niet dat het voorbereid moet zijn op onvoorziene omstandigheden, daarom zijn zij dan ook onvoorzien. De kamer, nog ruikende naar de zojuist in kindervriendelijke geschilderde kleur, was zo goed onafgemaakt als mogelijk. Er werd een borreltje gedronken op haar levenslust, het was een vechter, daarom leefde ze nog. En twee straten van Sirius vandaan verlieten zij Veldhoven.


Jaren verstreken.

Zijn moeder nam ze mee op sleeptouw, naar hier, naar daar, naar overal, waar het even leek, alsof er geland zou kunnen worden. Alsof zij daar... Androeska ontmoet zijn vader in Italië. Voor het eerst in jaren. Hij lijkt desondanks niet op hem. De man is zeker zijn vader niet. Dit is een oude grijze dronk, met een uithaal. Een oorlogsveteraan, die het veld nooit verlaten heeft. Dit is een man met spijt in zijn ogen, en Androeska's vader, was zo zeker van zijn zaak. De man in huis besluit, moeder het is tijd, zij verlaten Italië, voor de eerste haven, terug.

Op Schiphol daar, maakt mijn moeder voor ieder vertrek een foto en staat Olga haar permanent al op de achtergrond. Wij hadden elkaar overal kunnen vinden, maar vonden de ander pas toen wij beide ons neergelegd hadden bij de onmogelijkheid te kunnen vinden in een stroom van geforceerde verhuizingen, vluchten en achterlaten van, op zoek naar een plek waar, daar, het mens, eindelijk compleet wezen kan.

14 augustus 2015.

Ik ontmoet een nukkige Rus. Hij zegt al handenschuddend nog voor mijn naam de lippen passeerde dat hij deze toch niet onthouden gaat. Ik vind het pretentieus voor een man die drie namen nodig heeft om door het leven te kunnen passeren als zichzelf. Hij becomplimenteerd mijn stevige handgreep, ik wijs hem erop dat het een deugd is, bedoeld om een indruk achter te laten. Of je mij vergeten zal, dat weet ik niet, maar dat je me herinneren gaat, staat vast. Wij zijn gelijkwaardig geïrriteerd. Er ontstaat een debat, zonder voor's en tegen's, eigenlijk gewoon een gesprek.

15 juli 2018.

Zijn zoontje zit in tranen. Het lukt hem niet. De andere voetballen niet zoals hij wil. Het is lastig. Ik zit op een trapje, staar voor mij uit. Denk aan wat er ontbrekende is aan. Het gemis. Het kind komt naast mij zitten legt zijn handje op mijn gezicht, kijk mij een goed aan en vraagt me, of hij mij troosten moet, zie je ik ken zijn vader toch, wij hebben dezelfde ogen, hij is zijn vader kwijt, hij zat zojuist nog aan tafel, of hij dan niet even bij mij mag, omdat ik op hem lijk. Hij kruipt mijn schoot op, legt zijn hoofd tegen mijn schouder. Wij zitten zo daar. Ik zeg hem "nostalgisch" zo noem ik de ogen, maar ik ben bang kleine, dat het een heimwee naar een verloren zelf is. Ik aai zijn snoet, zijn bolletje en zijn rug. Wij zoeken een gekleurde stoepkrijt samen. De kinderhand laat los. Hij voetbalt. En ik kijk. Zijn vader kijkt ook. En soms op dagenlange durende nachten drinken wat, spreken over spijt en troost, over de maan, pen vrienden, verscheurd zijn, het gemis, het genot en over muurtjes.

20 oktober 2018.

Mijn opa vraagt me, "komt hij hier iets zoeken, of hoe zit dat?" "Ja. Ja. Precies zoals de grootouders van oma, precies zoals je zus in Australië, precies zoals mijn ouders altijd zochten, naar elke kans op een betere toekomst. "of hij ook iets komt brengen hier?" Het was een goed bedoelde vraag, die helaas toch raak was, en zeker niet subtiel. Hij is een mens. Hij komt hier mens wezen. "Hij hoeft niets te brengen, hij is hemzelf al." Het blijft aan de andere kant van de lijn akelig stil. "Een pool dus, lust hij wel citroen brandewijn of moet ik nu sterker aanschaffen of hoe zit da?"


Wij spreken, schrijven en lezen samen om en nabij 14 talen. Kunnen ons altijd verstaanbaar maken maar het verlangen om gehoord te worden overweegt het altijd. Hebben af en aan en om de beurt in 27 landen en tellende gewoond, gezworven, gewerkt. Veelal spreken wij in onze moedertaal, toch is er zulk gemis, aan de vadertaal, die immer meer onuitgesproken blijft. Dat ik al mensen mens, als deze al bestaan, verlang naar een godsgruwelendige verdomde ruzie, waarbij ik verstaanbaar ben in het temperament waarmee ik opgroeide. Dat pollepels die op de grond slaan en mannen die bij ieder punt dat ze maken opstaan, en dat de vuist op tafel en de afstandsbediening tegen je hoofd, er duidelijk, maar nooit de echte daad, van het woord zijn. Geen van ons spreekt ABN, wij zijn wel Nederlanders, maar niet in taal, wij delen een eigenste. Waar "dito" over liefde spreekt en "die dinges, dat dinges, of de dinges onder die dinges van dat dingetjes" instructies wezen, een taal waar wij "jubberen" gebruiken voor ieder nog nader te defineren werkwoord dat aan deze beperkte taal, ontbreekt. Wij hebben ons eigen taaltje, spreken over Nieuw Amsterdam, als bepaling van tijd, beargumenteren met "Zwitserland" hoe het gedrag  of de eigenschappen van de ander als veilig, gehecht, warm, een haven ervaren wordt. Wij spreken enkel in de taal van hoop, van wensen, van verlangen, van mogelijkheden, van hopen hoop die de hoop doen leven. Wij spreken de taal van de van liefde, van de ogen die onmiskenbaar, spreken vanuit het hart. Wij spreken zowaar iedere taal, behalve het dialect of echt Helmonds plat.





Wednesday, April 3, 2019

Wenskust en haar vraagstellingen

Dat er zolang wij in de mensenheugenis het begrip "papierwinkel" kennen, onderzoeken zijn gedaan, registraties zijn gemaakt, evaluaties uitgevoerd zijn op de meest willekeurige momenten met de focus op de meest onbelangrijke onderwerpen om conclusies te kunnen trekken over volstrekt onnodige wetenswaardigheden, is de conclusie die wellicht mogelijk getrokken zou kunnen worden op basis van bovenstaande onderzoeksgegevens, wanneer er na uitvoerig onderzoek in de toekomst, herhaaldelijk dezelfde gegevens naar voren zouden komen zoals, in ander onderzoek, naar verwachting voorspeld kan worden, bij vervolg onderzoek. Ons advies is dan ook om zolang de mensenheugenis en de dikke van Dale het begrip "papierwinkel" nog willen erkennen als zijnde onlosmakelijk verbonden met de huidige tijds- en cultuurgeest in onze maatschappij, om verder onderzoek te doen, naar onderzoeken die onderzoek doen naar onderzoeken die onnodig onderzoek verrichten.

Het was een tijd van daden. Waar woorden altijd te kort schoten. Vaak niet eens geladen waren. Dat een mens met zijn stem, als een revolver, dwars door vlees kan boren, de botten kan doen breken en het hart kan verpulveren. Was al tijden, niet meer van deze tijd. De laatste romantisch getinte brief dateert uit 1952. De adjudant schrijft zijn zwangere vrouw, dat zij niet langer alleen zal blijven, hij haar halen komt, en zij samen zullen zijn. Hij stierf nog voor de brief bezorgd werd. Daar stief de romantiek zegt mijn grootmoeder altijd. Dat wij decennia kunnen leven zonder werkelijk het mensenlijke in mens zijn aan te raken, leek mij als kind, werkelijk onmogelijk. En zie daar, het is niet eens de toekomst, maar het heden, waar de kinderen veerkrachtiger zijn dan hun ouders, de wereld optimistischer benaderen, alsof het leven met de jaren steeds meer op een veroordeling tot dood blijkt. Dat vaders liever dan thuis, op hun werk, kinderen van andere vertellen, dat het wel goed komt, dat zij goed genoeg zijn, dat zij niet alleen zijn. Dat moeders opleidingen halen, met het recht op onderwijs waar zo lang om gestreden werd, dat zij door hun eigen drukte, niet eens meer zien, dat zij hun kinderen nooit het belang op het hart gedrukt hebben, en zelf als ouder in de opvoeding met tegenmoed komen zo veel spijbelde, dat de kroost nu niet eens meer op de aanwezigheidslijst staat opdat zij al hun gehele emotionele loopbaan absent blijken.


Het woord was ooit groot. En als het niet de verdoemenis wezen zou. Zij droeg de wereld op haar schouders. Deed het allemaal alleen, verbinding, connectie, liefde, uitpraten, goed maken, vergeving. Verdomd nog aan toe, kreeg de taal, al een burn out voordat het vuur ooit uit gevonden was en nog eeuwen voordat de mens zich bewust was van zijn eigen psyche laat staan dat psychologie al een begrip was waar de taal zelf het woord burn out had kunnen spellen om zichzelf te classificeren als een ongediagnostiseerde zielenpijn dragende en hartezeer lijdende ziekte.


De spelling is zo moe, van het onbegrepen zijn. Van het altijd op de tweede plek staan. Hoewel, zij stellig is in dat zij het grammatica en literatuur ook niet kwalijk neemt. Zij had gewoon zo gehoopt, dat er iemand zou wezen, in heiden en ver, die van haar, onvoorwaardelijk gehouden had, hoe pedant en onvoorspelbaar zij dan ook soms, zijn mag. Er is onderzoek gedaan naar haar lijdensweg en hoe dat in correlatie staat met de eerste kruisweg beelden die ontstonden toen de bijbel beschikbaar werd voor de massa, maar de massa ongeletterd bleek. Dat pictogrammen en beelden, hier erg gelukkig van werden, heeft eerder aandacht gekregen in het boek "de geschiedenis in beelden vertaald in woorden," echter zegt de onderzoeksbundeling daarin niets over de uitputtingsslag die het manifesteerde op vrouwe spelling. Naar veronderstelling heeft zij lang troost gezocht buiten haar huwelijk in het klooster onder de monniken die hun leven wijdden aan het herhalen van haar woorden. Het is onduidelijk hoe haar partner grammatica hierop reageerde, we weten enkel, dat zij altijd een verstandhouding in acht gehouden hebben om het grotere goed, de mensenkinderen. Immers blijkt dat een scheiding of herdefinering van begrippen in die tijd, volledig bij het mannelijke geslacht lag. Gezien de woorden op dat moment in mensenheugenis nog als enkel onzijdig genoemd werden, lijkt het ons achteraf onmogelijk dat spelling dan wel grammatica ooit een verzoek heeft kunnen indienen om het huwelijk te ontbinden. Had er in de tijd een "papierwinkel" bestaan, dan zou over de mate waarin het wel of niet mogelijk zou zijn, nu nog gedebatteerd kunnen worden. Maar opdat het aan data ontbreekt, wordt er nu nog onderzoek gedaan naar de mogelijkheden tot verder onderzoek.


Recentelijk hebben we kunnen vaststellen dat de romantiek, volledig uit de taal verdwenen is. Helaas is zij spoorloos. Er zijn voorgaand, documenten gevonden van na 1952, die suggereren dat er wellicht alsnog wel al dan niet in schrift maar wel in spraak, romantische uitingen en woorden gebruikt werden wanneer de ramen dicht, de gordijnen gesloten en de tafelpoten met theedoeken bedekt, een stel alleen was in het huis of op een hooizolder stiekem elkaar opzocht. Er zijn bewijzen gevonden voor het woord "minetten" echter, is er nog een debat gaande over of het woord al dan niet te vulgair is om romantisch te zijn, en of er vanuit een reconstructie van de mensenheugenis kan worden vastgesteld vanuit welk referentiekader de gemiddelde mens in die tijd het woord wel of niet dan romantisch achtte.


Helaas, is de hoop, tijdens de industriële revolutie geherpositioneerd, zoals wij het nu doorgaans noemen, tijdens een van de eerste pilot's binnen het experimenteren met proces herontwerp en blijkt dat zij vervangen is door een machinale voldoende vergelijkbare variant van het fenomeen dat effectiever zou werken en meer in lijn stond met de eerste voorlopers van emphatievol-management zoals wij haar nu graag labelen. Het zou een berg werk moeten schelen voor de lichtwerkers die voorheen als van nature een woordbraaksel op commando konden spuien van precies de goede context en formaat. Hierna is de Homospreekziens volledig uitgestorven. Toekomst werd hiervoor in hun tijd, nog gedefinieerd als dat wat men toe behoorde te komen in de op bepaalde tijd nog op voorhand liggende in het leven. Zoals milinials nu "karma's a bitch but only if you are" zouden zeggen. Of er dan nu nog van het woord toekomst of de term hoopvolle toekomst gesproken kan worden, is onduidelijk.


Respectievelijk hebben een aantal poeten, die van oorsprong stammen uit de tijd waarin de last poet van de last poets om en nabij reeds ontbonden van de vorm waarin zij herkend werden op de hooggeletterden straten zoals Kometenlaan, Sirius, Deltaweg en Catharinaplein,  gepocht de romantiek weer terug te brengen in de tijd. Of in het gesproken woord op zijn minst. Dit, heeft genoten van bijzonder veel belangstelling van oren die nog nooit geleend werden voor andere dan televisionaire uitzendingen van de boodschap. Er wordt verondersteld dat de podcasts het over gaan nemen, maar tot nu toe, zien wij enkel mannen van 40 die nog bij hun moeder wonen het initiatief nemen om podcasts door te zetten. Wellicht, omdat de stem, enkel al genoeg is en er geen gezicht hoeft te wezen om het een wezenlijke volwaardige broadcast te maken van het woord. Helaas, zijn de meest gebruikte woorden in de uitzendingen, passief, agressief en passief-agressief, gezien dit de huidige populatie van verwend opgevoedde emotioneel geconstipeerde volwassenen zonder zingeving in het leven met als doel hun frustratie te kunnen herkennen in andere of het in het ontbreken aan te kunnen uiten, erg aanspreekt.


De aanleiding, (van dit onderzoek) die toch stelselmatig ontbreekt aan duidelijke structuur in het eindstuk, waarna we het derhalve maar tot, nou, essay dopen, hebben we in het relaas van de spijt en blaam overgeslagen. Laten we dan in de conclusie, maar besluiten, dat een inleiding, waarin de noodzaak voor het overmatig communiceren van een onnavolgbaar stuk, wel gecommuniceerd werd, gewenster was geweest, dan het toegeven aan de oncontroleerbare grillen, en eindeloze komma's, stijlbreuk fouten en het rondslingeren van onderwerp. Toch, wees nader onderzoek uit, dat het opgeven van het relaas eveneens negatieve gevolgen zou kunnen hebben voor het overbrengen van het belang van de romantiek in de taal, opdat het verloren zou kunnen geraken in de vertalingen naar het wetenschappelijke dat van degelijk belang, daarin helaas het belang van het stuk niet langer, dragen kan, of behartigd. Wat is romantiek zonder hart? Of wetenschap zonder onvermoeibare passie en het geloof in meer dan dat wat is? Wat is nu werkelijk bewijslast wanneer niet gesproken kan worden van bewijs, of last, maar er een weet en zucht zich in de ontdekking doet opklaren? Theaetetus heeft in zijn logen helaas geen mono genoeg gehouden om het, als in, een stuk te verhelderen. Niets, is de amnese. Maar wij zullen het niet weten, tot wij het wisten. Zoals het precedent uit de pedagogiek in de tijden dat de opvoeding stierf, waarin na de bewezen effectiviteit van het weerbaar maken van de kinderen die vallen in de risico groep "mishandeling", het eindresultaat, kinderen die weerbaar bleken te wezen, echter frequenter, langduriger en excessiever mishandeld werden, opdat zij wisten hoe zich weerbaar op te stellen, maar niet weerbaar genoeg kunnen zijn bij de lijve in vergelijking tot de volwassenen of opvoeders die mishandelen, van wie een van de triggers zijnde voor de mishandeling, de mondigheid en weerbaarheid van de kinderen blijkt. De bewezen effectiviteit had helaas een negatief, positief oplopend effect, op het aantal kinderen dat stelselmatig mishandeld werd. Zodoende, zien wij gezien een veelvoud van precedenten op het gebied van grotere negatieve neveneffecten, af van het toepassen van elk of enige methodieken die wellicht ondersteuning of positieve bekrachtiging kunnen zouden bieden, enkel en alleen voor het geval dat, er dan genezen zou moeten worden op de preventie van een nog lager geletterde bevolking, en dat zou doen suggereren dat iedereen dan wellicht analfabeet zou kunnen worden door toedoen van, en wij geen mogelijkheid zien een projectplan op te stellen voor de aanpak van preventieve interventies in aanloop van de initiële preventieve interventie, opdat ook wij, de schrijvers, op basis van de voorspellingen, achteraf, niet nog kunnen schrijven, wat wij vooraf miste.


Er werd mij gepleit door de opperste, ja, alweer, ik zie mijn blaam, nogmaals. Mijn verontschuldigingen voor de tere geesten, die als zij al niet afhaakte, nu dan toch stoken, opdat alle logica, gezamenlijk, immer te meer, zonder lijkt. U was een lezer, geen publiek, gaat heen en verspreid het woord, van de God of vlogger die U aanbid. Dat de vrede of onwetendheid met U mag wezen. Voor zij die blijven, voor de zachthartigen die er hun ogen niet voor om draaien, mijn dank is grootser, dan het woorden aantal dat aan dit schrijfsel niet langer meer ontbrekende is, na overduidelijk gewenste redigering van bovenaf die niet toepast werd achteraf. Mijn empathie zij met U voor de lange lijdensweg, tot aan mijn punt, zie daar, de schrijfster van beroep, miste alle lessen samenvatten, toen zij tijdens de lessen stellen, naar logopodie moest, opdat een mens vaker spreekt dan schrijft, tenzij het een schrijver is en men toen nog niet wist dat ik schrijver worden zou. Maar zoals mijn zin eigenlijk lopen wilde, vanzelfsprekend, werd mij gepleit door de opperste, dat het manifest niet gepubliceerd zou worden, een eis, een smeekbede, een schrift van blaam naar de wereldbevolking opdat de romantiek gestorven is, een oproep naar de mensheid om meer lief te hebben, meer te houden, meer te neuken, verdomme nog aan toe, zou te controversieel zijn, in de wetenschap dat de wetenschap daar door wetenschappelijk onderzoek geen wetenschap van wil hebben. Zie hier, de Tirza, van de schrijfsels, liggend op de derde trede van het stapje richting de voordeur stilletjes snikkende alvorens U de schuifjes verwijderd van hun plek en het met een gepiep en gerammel opent. Zie hier, de wees in het mandje, dat geen thuis heeft om naar toe te keren en daartoe enkel dobberend wacht op een Franz die haar oppakt, of een Kundera om herboren te worden, en hem beveelt in het schrift om het kind te nemen als zijn vrouw. Zoals opgemerkt, beste lezer, nam ik geen van de opperingen van mijn opperste aan.


Gezien, noch plek, noch tijd, noch ruimte, voor woorden vuil van liefde, een juiste kunnen vinden, laat staan een momentum aan sich, zal ik desondanks de expliciete wensen van mijn naasten, U toch informeren over het overlijden van de romantiek. Zij stierf stilletjes alvorens haar klinische dood, in de armen van een identiteitsloze partner, die het hare voor lief nam, en tot op de dag van vandaag, helaas uiteindelijk ironisch genoeg op zijn latere leeftijd dusdanige dementie blijkt te hebben in de "wie ben ik?" fase verkerende, tot aan het punt, waar hij niet langer weet, dat hij ooit romantiek trouwde. Opdat er niemand was die om vrouwe romantiek rouwde, opdat haar man haar bezat, vergat, is zij slecht een aantal maanden geleden dood aangetroffen toen een verre overbuur dacht een pornofilm op repeat te horen, een klacht indiende bij de politie over de verre overburen, en deze achteraf na het enkel stuiten op een al ontbonden lijk, weer terugnam, opdat hij de agenten niet kon verstaan over de kreunen in zijn oor gecommuniceerd door zijn bluetooth headphones nog aangesloten op de computer van zijn tienerzoon, die kwablijkelijk drie dagen geleden van zijn toenmalige scharrel had gehoord dat zij het raar vond dat hij geen "piepke" kreeg, en dusdanig grondig onderzoek op redtube en xhamster ging uitvoeren naar wat nu precies wel een "piepke" zijn piep zou moeten stimuleren, en vervolgens al etmalen oprukkende van verbazing aan zijn zojuist ontdekte hardere hart rukte om nog zo'n uitspatting van zijn, nu zijnde, ex-scharrel, te voorkomen.


Zij die niet genoemd mag worden, de hoop, is dan ook dat u na het lezen van dit relaas, vanavond tegen uw partner besluit in bed, met een compliment, (com·pli·ment (hetomeervoud: complimenten)woord van lofiem. een compliment maken) of een anderstalige constructief geopperde bemoediging dan wel bekrachting van het mogelijk nog rudimentair aanwezige romantische reflex van uw partner. Indien uw partner hierop positief antwoord, of in geval van geluk sprekende, antwoord in de overtreffende trap, is de kans wellicht aanwezig dat er mogelijk een mogelijkheid aanwezig is om de absente romantiek weer langzaam te doen laten reïntegreren in de relatie en derhalve de maatschappij. 






Opdat de gelden voor dit onderzoek gesponsord zijn delen wij U als laatste graag het motto van onze opdrachtgever mee;


"JE BENT EEN RUND ALS JE MET GEVOELENS STUNT"

Let op! Dit was geen bericht van SIRE.