Tromp Percussion: Converstations x Carmen Verduyn

1.

Elke keer als de zon opkomt, Dan hou ik, nog een beetje, meer van je, Dan ik gisteren al deed. 

Elke keer dat de maan valt,

Dan lief ik je, nog een beetje meer, Dan hiervoor. 


En als je bang bent snachts,

Huil maar niet, mijn kind,

Nu lig je in je bedje,

Maar op een dag, als je groot bent,

Dan ga jij naar het buitenland,


Dan is thuis een herinnering, aan ooit,

Vergeet je de vorm van mijn gezicht,

Kijk je alleen nog achterom,

Wanneer je een fout maakt,

Of het leven even mislukt,


En zelfs als je stout bent,

Vergeef ik je,

Krijg je geen straf van me,

Zoen ik de tranen van je wangetjes,


De wereld behoort aan je toe,

Ga, ga, ga, kind mijn kind, ga,


Verlies jezelf in onderzoek en nieuwsgierigheid,

Vind het donkerste van het leven,

De zuurste van je medemens,

Het zoetste van je liefje,

En het lichtste dat ooit,

Ga, ga, ga, kind mijn kind, ga.



2.


Er loopt een lijn, 

Of eerder nog een hek,

Als veertien jarige meisjes tellen we af,

rennen wij tegelijkertijd met onze vingers langs haar strijkend, 


giechelend, 

onschuldig misschien,

maar vooral onbezonnen,


daar lopen wij twee mannen die graag op hun woord staan, 

maar er nog veel vaker vanaf stappen,


zelf wanneer wij deze mars met dezelfde pas konden afleggen,

dan nog, 

gaan wij er gelijk in op,

maar lopen nooit gelijk aan elkaar,

dat is waar wij twee vrouwen zijn,


ze wachten op elkaar, 

een paar meter voor het einde van dit hek, 


moedigen elkaar aan met de stilste fluisteringen, 

complimenten over knieën, kuiten en de manier van bukken,

oog in oog nemen zij constant al bij iedere begroeting, 

afscheid van elkaar, 

alsof haar samen nemen het gemakkelijker te geven ontvangen maakt,


ik zie een man en een meisje, een vrouw en een jongetje,

zij houden elkaars handen stevig vast, 

aan dit hek worden geen tranen gelaten,

enkel vingers gekust en kaaklijnen met een klein stukje duim gestreeld,


huil maar niet mijn kind, 

en als jij stout bent dan zeg ik niets, 

ik neem je mee naar het buitenland,

huil maar niet mijn kind. 




3.

Hoe het warmte uit het niets kan opwekken,

Hoe het een lid kan doen rijzen met de ogen nog gesloten,

Gillend, gierend, kraaiend als een pasgeborene die,

Voor het eerst geluid, de keel, haar klank ontdekt,

Bij toeval, nee, uit instinct, nog ouder dan de mens,

Mactub, Mactub

Én op de dag dat de lijn ter wereld kwam,

Vierden zij feest,

Danste zij,

Waren de troubadours,

De mannen met meer goud in hun hart dan tanden,

De flirts, de zondagskinderen, even,
Exact zoals, compleet in extase,

En het kind hoorde op het ritme van de échte taal,

Elke nacht in slaap sussende,

Ik van jou, ik van jou, wij

wij, wij, wij-zers doen er niet toe,

Het hart heeft geen ritme, nee,

Het hart slaat in harmonie,

Met zij, die als muziek voor ons wezen,

Huil maar, dans maar, schreeuw, spring,

Speel, mijn kind,

Mactub, Mactub

Man, wees jezelf,

Kind mijn kind, wees jezelf.


4.

De enige keuze die we hebben uiteindelijk, is die tussen iets of niets,

Dat is de essentie,

Spreken, delen, ontvangen, swingen, of toch opgeven,

Maar: zolang wij kinderen dragen en baren op de percussie van hun moeders hart,

Het gespreken tussen de stem en gestemd worden,

Blijft altijd kabbelend, ein-de-loos,

Zolang wij stromen, blijven stromen,

Onze zoons opvoeden om te dromen, flowen, groeien en grooven,

Samen de klank delen om in gevoel van overgave te kunnen resoneren,

Zolang de beat de constante voorwaartse mars van blijven dicteren,

Zal het leven als geen ander gedirigeerd,

Gelukkig, spreken wij allemaal muziek,

Geloof me Babylon leeft al jaren, decennia, eeuwen,

Want wij spreken altijd allemaal overal: percussie

Passie en percussie

Percussie en passie

Passie en percussie

Percussie en passie

Passie en percussie,

Percussie is de taal van het leven,

En vandaag hebben wij jullie,

Alles van het leven gegeven.

Comments