Tenentuintje

 "En ik sloop naar binnen door de geheime tuin, elke zomernacht, om vijf minuten, om even, één blik te delen, één zucht te nemen, de duivel zijn glimlach nog een keer te vergeven. 


Bestempelde mijn lot zelf, met volle overgave aan, kan het niet uitleggen of tekenen voor je, het was gewoon zo, zo, zooo, ja, ha, haaah, ha,


Dus hier zitten we, parkbankje, zonneschijn, stiekeme pinken die als bij verloren verstand, in elkaar klemmen op loze beloftes die graag geloofd,


Herinner je je nog? Hoe mij ogen die eerste keer. Brandend verlangen, behoeftig behoedden, zinderende topjes die uitstrekken ver buiten gebaand,


Wist je toen al, dat een hart puur, je altijd vrijpleiten, vrijblijvend, zou?


Dus hier ligt het hart dat ooit bezet door, dat haar dienst een ereronde en nauwelijks humanitaire, dat het de juiste verleende om daarna, te zien vertrekken,


Afstand, tijden, scherven, blijven, stilzwijgend,

De vraag ontspoort nog voor zij ooit gesteld,


Zoent me in een poging, te redden wat nodig, maar als je had geluisterd, begrip onbesluierd,

Het antwoord slechts een apparaat,


Ik schreeuw uit de verte, terwijl de stap uitsterft, ik hou van je toch, is dat niet dan, het engste dat je ooit hebt gehoord?


De zondaar strikt vertrouwelijk tot geschenk, neemt de mand vol voedzaam mee naar huis en richt er zijn schuilkamer mee in,


Draaideuren die gesloten blijven, loopbanden die doorrazen, een wind die de gordijnen uit haar stuc rukken,


En ik sloop naar binnen elke zomernacht, in de hoop dat, koesterde iedere bloem tot ik mij liet verstenen achter de klimop,


En ik sloop naar binnen elke zomernacht, in de hoop dat, de morgen zou breken met jouw aanraking gewikkeld rondom mijn huid,


Maar je weet wat ze zeggen van hopen, het doet enkel de idioten leven, 


Dus verzegelde ik mijn lot, daar elke nacht zoals het ook het slot, in geheimzinnigheid en zachtjes kloppen besloten, tot de weg naar, voorgoed gesloten."

Comments

Popular Posts