“cele mai frumoase cuvinte se spun în tăcerea unei priviri...”
"Iedere fluistering van de wind langs mijn lippen, in een lichter wordende, langzaam kracht vergarende zomerzon op een winterdag, doet me dromen, dat wij aan het zoenen zijn.
Of de klok al verzet is? Je was nooit bij de tijd, mijn liefste, jij vind alles altijd net te laat, of precies op tijd. Het is maar net, hoe je er naar kijkt.
Als geheugsteuntje, mijn lieveling, vannacht wordt zij verzet, een enkel uur, als een uur zich eeuwig mocht herhalen?
Ik gaf je mijn antwoord exact een jaar geleden, dit. Toen je mij naakt strelend, genot gevend, toegaf, dat dit het is.
Hou me vast. De wind daar, zij woei me om alsof ik enkel een lint ben dat eens om je polsen gewonden door de rukken van deze storm vervliegen zal.
Kijk me aan, mijn man, er is toch niets veranderd tussen, maar zeker wel zijn wij, onszelf al tijden niet geweest, of juist nu, wel. Het is maar net hoe je er naar kijkt.
Of er een ding is, dat ik zeker weet? Ik ben gewend te vroeg te komen, ooit, was eens het grootste woord in mijn leven, de knoppen groeien aan de bomen van mijn straat, maar het aanblik van een lente zonder jouw hand die de mijne wandelend vergezeld, staat haar glimlach, dit laantje niet.
Haar stralen kieteld de vooralsnog niet buiten ontblootte huid, wij zitten stilzwijgend op het bankje, de rok is te lang en te kleurrijk, zij zwierf door de dag als op een lichte gloed zwevend, maar weet al te goed, dat het eeuwige uur, is ooit, hier.
Of de klok al is verzet? Ieder elk, half jaar m'n mooie man, mijn mooie man kan zijn data nooit onderscheiden, opdat de tijd zijn jaren niet naar behoren draagt, de bries van ons zuchten, doet de topjes van haar takken bewegen, alsof hij enkel van bovenaf het leven dirigeerd.
Of ik geloof in lot? Noodlottig genoeg, niet. Maar wel in liefde, licht, het hart en vrede, de ziel, haar verwantschap en de natuurlijke goedheid, wel in intuïtie en het onlosmakelijke verbond dat twee geestdriften, samenbrengt, tot in één leven gesluierd. Niet een leven met, voor, door of in, maar vol van."
Of de klok al verzet is? Je was nooit bij de tijd, mijn liefste, jij vind alles altijd net te laat, of precies op tijd. Het is maar net, hoe je er naar kijkt.
Als geheugsteuntje, mijn lieveling, vannacht wordt zij verzet, een enkel uur, als een uur zich eeuwig mocht herhalen?
Ik gaf je mijn antwoord exact een jaar geleden, dit. Toen je mij naakt strelend, genot gevend, toegaf, dat dit het is.
Hou me vast. De wind daar, zij woei me om alsof ik enkel een lint ben dat eens om je polsen gewonden door de rukken van deze storm vervliegen zal.
Kijk me aan, mijn man, er is toch niets veranderd tussen, maar zeker wel zijn wij, onszelf al tijden niet geweest, of juist nu, wel. Het is maar net hoe je er naar kijkt.
Of er een ding is, dat ik zeker weet? Ik ben gewend te vroeg te komen, ooit, was eens het grootste woord in mijn leven, de knoppen groeien aan de bomen van mijn straat, maar het aanblik van een lente zonder jouw hand die de mijne wandelend vergezeld, staat haar glimlach, dit laantje niet.
Haar stralen kieteld de vooralsnog niet buiten ontblootte huid, wij zitten stilzwijgend op het bankje, de rok is te lang en te kleurrijk, zij zwierf door de dag als op een lichte gloed zwevend, maar weet al te goed, dat het eeuwige uur, is ooit, hier.
Of de klok al is verzet? Ieder elk, half jaar m'n mooie man, mijn mooie man kan zijn data nooit onderscheiden, opdat de tijd zijn jaren niet naar behoren draagt, de bries van ons zuchten, doet de topjes van haar takken bewegen, alsof hij enkel van bovenaf het leven dirigeerd.
Of ik geloof in lot? Noodlottig genoeg, niet. Maar wel in liefde, licht, het hart en vrede, de ziel, haar verwantschap en de natuurlijke goedheid, wel in intuïtie en het onlosmakelijke verbond dat twee geestdriften, samenbrengt, tot in één leven gesluierd. Niet een leven met, voor, door of in, maar vol van."
Comments