GVD

"Ik hef de handen naar de hemel en jank het hem toe,
'Geef me verdomme een teken dan jij klootviool..'
Zo zucht ik dan de hel uit de longen met ongenoegen,
Alweer antwoord hij niet.
Alweer is het stil.
Bestond hij überhaupt waarom zou hij het me aandoen, nog steeds.
Soms pieker ik, in de vijver van tranen op mijn kussen probeer ik mij te verdrinken, maar ze is te absorberend, elke snik versnipperd in uitstekend opgezogen verdeeldheid van redenen.
Zo wens ik dan op het hart, voor een fonkeling van opluchting in de lucht, een botte boodschap in de bewolking of een fluister in de wind die tijdens het regenen het waarom van de nattigheid voelen uitleggen kan aan me.
Het hart slaat te vaak over.
Vergeet wie haar de baas is.
Zo loop ik hoofd hobbelendet haast achter de snaren van het serendipitieuze slagsonerende sukkeltje aan.
We wennen er aan, dat niets en niemand antwoorden behalve stilte.
Zo worden wij een voor een zwijgers.
Alleen de jongelingen zijn nog hoopvol, enkel de naïevelingen zullen nog warm onthalend welkom hetend aan de deur.
Soms gooi ik een tomaat de nacht in van frustratie.
Hoor ik fietsers vallen op straat en scheldend als de dood hun hebben en houden bij elkaar rapen.
Dan denk ik, als dit het was God, een stel schuttingwoordsnauwende sjonnies die je spreekbuis wezen, dan is het geen wonder, dan stilte soms, nog beter dan antwoord, past.
Bitterzoet als een salade zonder, nemen wij de dag dan al kiezen kietelende op het laveloze blad."

Comments

Popular Posts