X

"Het was een omgevallen muurtje. 
Beklad met graffiti en kinderlijke krabbels.
Zij had ons daar getekend met harken als handen.
Wij hielden elkaar vast.
Een glimlach op het gezicht.
Het was goed verstopt.
Achter alle klimop.
Het leek alsof het zwaar zou zijn.
Maar een aanraking en het kwam gelijk mee.
Het was een ruïne, een afgebrokkeld bouwwerk.
Het sprookjes achtige landschap van verwoesting.
Een verleden vol half afgemaakte gedichtjes en schetsen van een kinderhand.
Overal stekelige planten met vettige bloemen.
De grond is bedekt met een tapijt van vers mos omringd met duizend brosse bloemetjes.
Ze kunnen amper een aanraking weerstaan.
Veranderen direct in stof zodra ik mijn vinger vlei over de kroonblaadjes.
Maar als ik even wacht, dan komen zij met ongekende snelheid terug, in volledige bloei...
Kippenvel.
Ik lig in het mos. De bloemen reageren op het ritme van mijn adem, ik streel met mijn hand over het magische tapijt, stof.
Over mijn benen, armen, de flinter dunnen steeltjes groeien gretig over de vingers, handen, nek.
Ik kan het zo met een ruk van mij afschudden, maar besef, geef ze genoeg tijd en zou niet kunnen ontsnappen.
Het stuifmeel vormt kleine wervel winden die hoog boven de lelies zichzelf mengen tot gouden stof wolken.
Een heuse rivier die boven mijn hoofd meanderd en mengt, betoverend, fluisterend zachtjes en geruststellend naar mij.
Voorbij deze gouden rivieren is niets meer dan een onherkenbare sterrenhemel gevuld van licht.
Een onzichtbare invloed tot over de horizon.
Een zachte "aahm" zet zich op in verte.
Ik wist het wel. Zij ziet mij."


Comments

Popular Posts