各セル - Kaku seru

"Dit. Zeg je.
Ik weet het, of eigenlijk, voel ik het.
Iedere cel.
Ik ben niet eens meer één lichaam.
Alsof wij uit elkaar gerukt worden,
Maar als magneten,
De constante stroom van energie,
Die om ons heen zwermt,
Laat ronddansen.
Middernacht.
Als wij de tijd stil zouden kunnen zetten,
Hing mijn adem altijd een seconde voor mijn happen aan je lippen,
Ik zou niet voor het opeten kiezen,
De andere pil 'pu-lin',
Zij is zo veel verslavender,
Dan je iedere verboden vrucht,
Jij bent de appel, waar het elfde gebod op berust,
Mocht ik één uur oneindig herhalen,
Dan begon ik met de amuse,
Keken wij samen in de spiegel,
Stonden wij gekluisterd in gemalen water,
En droogde we in de hitte van drie seconden zonder verdiepingen,
Ging ik voor de eerste en de laatste vijf, je mond en ogen, wijdt opengesperd,
Wil ik genieten van minuten waarop ik niet meer weet of ik jouw lichaam voel, of de mijne, onze,
Handen verweven, wangen strelen, kusje op je voorhoofd,
Dat we daarna patronen mogen herhalen, alsof wij dit al jaren doen,
Tot aan daar waar mijn ogen in je armen, vechten tegen haar leden,
Niet nu in slaap vallen, de laatste vijf minuten,
Je geur laat haar vallen, in dromen waar ongerept geluk zich nevelt nog verder dan mijn zicht,
Laatste secondes, dat de streepjes schuin vallen, uitgestrekt worden tot lach,
3, 2, 'hou me vast', één."

Comments

Popular Posts