X.

"Dat ik de naam moeder niet zal krijgen,
Al in geen tijden meer een dochter ben geweest,
Dat ik twijfel of een hem me wel ooit geliefde wil noemen,
Wanneer ik stilzwijgend blijk,
In het vervullen van de twee als meest vanzelfsprekende rollen,
Dat ik hoop haar nooit te horen,
"Jij hebt zeker geen kinderen?",
Omdat ik haar nooit zou stellen,
Mocht ik maar zo onbezonnen zijn,
Dat je mijn tranen op je buik mag zien als blijdschap,
Dat zij de dromen over je droom mogen schoonspoelen tot kraakhelder geluk,
Je haar nooit ziet als het wegspoelen van bloed,
Waarvan ik me afvraag starend naar het doucheputje,
Zou jij, mijn kind, gevangen door het dekbed,
Nog voor mijn wakker schrikken,
Een hem of haar zijn geweest,
Dat je niet uit elkaar valt,
Tussen de wc en de gootsteen,
Omdat je lichaam niet genoeg te bieden heeft voor twee,
Dat je niet mag twijfelen aan hoe je op moet staan,
Al is het enkel voor jezelf,
Één been, per keer,
Dat ik de naam moeder niet ga krijgen,
Al in geen tijden meer een dochter ben geweest,
Dat je mijn naam met liefde uitspreekt, ook als ik nooit een haar of beter ben geweest."

Comments

Popular Posts