CHECKITCHECKITCHECKIT
"Ik had hem al bekeken. Gaf de kaart, weg, aan een vreemde, die leek op wie ooit mij geliefde, had, of zou, kunnen zijn.
Bestudeerde nauwlettend de wenkbrauwen en neusvleugels. Zij leken zowaar even te flapperen, zich breed uit te zetten als een beest dat gevaar of opwinding in de verte maar nabij genoeg, voor waar neemt.
Hij speelt ermee in zijn vingers. Draait het. Tikt ermee. Speelt een lied dat beter zou klinken daar de akoestiek ontworpen is om leven te geven aan.
Hij slaat het in een enkele slok achterover. Drukt de hand tussen de sluitende deuren. "Wacht."
Ik heb je zo lang gezocht..
Ik heb je zo vaak gevonden..
Ieder verspringen van het lichtje brengt tot een nieuw hoogtepunt. De onbekende leidt de weg alsof het nooit anders gedaan heeft. Neemt mijn hand en trekt mij al vallende naar de kamer.
Wij zwijgen net zo lang tot kreten nog alles zijn wat geweten wordt. Er bestond nog maar één taal. Vurig. Bedwelmend. Ondoortastbaar. Penetrerend. Verslavend.
Ik wist niet eens dat ik verhongerde tot ik zijn lippen proefde en de appetijt voor het eerst echt gestild werd.
Gaf de kaart, weg, aan een vreemde.
"Is dit de weg naar je hart?" fluisterd hij snachts terwijl hij al slapende zoekende is naar.
Hij speelt met het kussen. Ik kijk naar hem. "Is dit de weg naar mijn hart?" maar zoveel als hij wijs is, zo weinig antwoord hij.
De Zwijger slaapt in doodse stilte, zo won de vreemde, mijn hart. Het was slechts een kwestie van tijd, voordat ik toch voelen moest of nog geleefd wordt, daarbinnen."
Bestudeerde nauwlettend de wenkbrauwen en neusvleugels. Zij leken zowaar even te flapperen, zich breed uit te zetten als een beest dat gevaar of opwinding in de verte maar nabij genoeg, voor waar neemt.
Hij speelt ermee in zijn vingers. Draait het. Tikt ermee. Speelt een lied dat beter zou klinken daar de akoestiek ontworpen is om leven te geven aan.
Hij slaat het in een enkele slok achterover. Drukt de hand tussen de sluitende deuren. "Wacht."
Ik heb je zo lang gezocht..
Ik heb je zo vaak gevonden..
Ieder verspringen van het lichtje brengt tot een nieuw hoogtepunt. De onbekende leidt de weg alsof het nooit anders gedaan heeft. Neemt mijn hand en trekt mij al vallende naar de kamer.
Wij zwijgen net zo lang tot kreten nog alles zijn wat geweten wordt. Er bestond nog maar één taal. Vurig. Bedwelmend. Ondoortastbaar. Penetrerend. Verslavend.
Ik wist niet eens dat ik verhongerde tot ik zijn lippen proefde en de appetijt voor het eerst echt gestild werd.
Gaf de kaart, weg, aan een vreemde.
"Is dit de weg naar je hart?" fluisterd hij snachts terwijl hij al slapende zoekende is naar.
Hij speelt met het kussen. Ik kijk naar hem. "Is dit de weg naar mijn hart?" maar zoveel als hij wijs is, zo weinig antwoord hij.
De Zwijger slaapt in doodse stilte, zo won de vreemde, mijn hart. Het was slechts een kwestie van tijd, voordat ik toch voelen moest of nog geleefd wordt, daarbinnen."
Comments