X

"De weg was recht, de weg was krom, de weg sloeg nooit meer om,
Als een lijn rechte kronkel dwarsliggend in het natuurlijke verloop van,
De weg is te lang, de voeten zijn te zwaar, het is al zo laat, de ogen willen, toe,
Wanneer de vogels wel zichtbaar maar een fluit als ketel klinkt, op springen, kokend heet, de deksel trillende van,
Als de angst de hoop doet leven dat, maar haar vaker de nek om draait dan in kussen begraaft,
De weg vraagt en smeekt en begeert, maar wat de weg niet verlangd, is vertrekken, al sleept zij vooruit, al door,
Soms zwijgen de klinkers, slikken de wolken oprakelend stof de woorden in, hakt het witte streepje in het midden of het geluid van het knipperlicht naar links een gedachte in twee alsof er altijd al een punt tussen hoorde te staan,
De weg zwalkt, de weg verdrinkt, de weg schenkt minstens zoveel als zij opslokt,
Als een lijn rechte uitsnede van, grillig rond de randen en gesmolten onder de hitte van de zon, het modderd door,
De voeten hebben te veel gelopen, zo ver gelopen, oneindig aan stappen gezet tot er gestruikeld werd,
En hoe je het ook went of keert, in ieder vallen en opstaan, bleef de weg zoals zij liep, ongedeerd."

Comments

Popular Posts