"前例のない愛 - Zenrei no nai ai"

"Het liefst ligt de schouder tegen de laatste drie ribben,
Het gezicht fluisterend opgeborgen in de ruimte tussen de oksel, wanneer de arm om me heen slaat, het veiligste soort onzichtbaarheidsmantel, samensmelting, 
De voeten huiveren niet meer, zijn meer dan gewend, durf bijna met zekerheid te stellen gehecht, aan de ander, het zit als gegoten, hoe de huid zich naadloos aansluit ook waar zij scherp is, voelt zij als thuis,
Kloppend uit haar kas, wil het hart de borst kussen, opdat zij liever dan aangeraakt worden, rakelings langs het jouwe rust, alsof zelfs slaan en sloeg tussen jouw en mij in, de woorden voor het eerst een betoverende betekenis geeft,
Dat het nog voelen kloppen in afwezigheid, wellicht minder met de een, en meer met de ander te maken heeft,
Het liefst besef ik het alles, als voor het eerst, iedere keer weer, en als dat onmogelijk is, het maakt me niets, dan nestelt zij in het gedachtegoed, dat het goed is, mens geweest te zijn,
En als de armen te kort zijn, zij jouw niet langer houden kunnen, als de schouder afzwakken tot dwalen in herinnering, als zij het zijn, niet langer kunnen dragen als eerst, mochten de voeten te kort komen aan bewegingsruimte, schroom niet mijn kind, mijn man, 
Haar toedoen, verzorgen, licht en elegant, als mijn liever dan liefste, de hand,
Wanneer de wij het ons niet langer dan eindeloos of liever dan oneindig lief kunnen, kus ik ze toch,
Dat de kuiten geen kant op kunnen, stil, mijn oplichtend oog, het is goed, 
Zeg dank het hart gekend te hebben, alsof zij in het moment van vergetelheid ontmoeten, een enkele seconde de mijne was."

Comments

Popular Posts