" I | | | I | I I | | - | | I I I | " . Prt. I

"Of ik er wel over waak, dat jij niet buiten je schoenen gaat lopen,
Lief toch, je loopt al jaren buiten je schoenen,
Maar niet zoals je denkt,
De zolen bedekken niet eens de helft van je platvoeten,
Dat het vaak wel zo voelt, wanneer wij praten, maar natuurlijk, immers, ik legde je de eed af, eerlijkheid over alles, dat zij voor een groot deel, in de oppervlakte ongekend is, dat begrijp ik toch,
Wij gaan de tenen langzaam af, beginnen bij de grote en de kleinste, de grootsheid van overwinningen in de details verhaald, stapje bij beetje, wij lopen deze weg samen,
Als je voeten vandaag niet willen,
Als zij voelen als vastgebijteld in steen, als zij verdoofd hangen,
Als zij moe en zeer zijn,
Dan zal ik je dragen, sla je arm om mijn schouders, dat het gewicht even van haar werelden aan schuld als on mag voelen,
Hoe ver nog? Wij stellen haar te vaak, jij weet, ik weet, maar het maakt niks,
Nog een stukje, altijd nog een stukje, tot de volgende stap, gezet is,
Tot de om de hoek geen eindbestemming maar het nieuwe begin in, of geen plek maar een slag op betraande wangen,
Tor om de hoek geen nieuwe hoeken meer gooit, en al blijft hij scherp, moeten wij blind de randen aftasten tot wij onze weg weer vinden,
Met bloed, zweet en tranen zal het zijn,
Op handen en voeten, gevallen tot de knieën, wanneer zelf het schroeisel in as is opgegaan, wanneer zij niet eens meer beblaard maar bloot over kolen lopen, het maakt niks uit, 
Wij zullen gaan naar de Daar waar Hier het kruisje op de kaart is waar wij in onszelf thuis mogen komen,
Tot een jij en ik geleerd hebben,
Dat schatzoekers toch altijd het goud, in het eigen hart vinden."

Comments

Popular Posts