Droom van de week

"De hemel kletterde naar beneden. Met heidenen tegelijkertijd. De hoorns doorboorde autoruiten en sloegen terracotta bloempotten kapot. God lag met opengereten wenkbrauw languit platgeslagen in het steegje. Niets was meer wat het leek. Zo monotoon als het leven kan klinken wanneer geproost wordt op degelijkheid zonder kaasje of worstje verzegeld. Werd het plots een staat van zijn, gegeven. Mens, God en geduivelde liepen een bar binnen. Compleet ontdaan. Zegt God tegen de bartender, "Schenk er mij maar een van mijn bloed." En liet de armzalige kastelein van perplexie zomaar dood neervallen. Lucifer schatert dat hij lacht, hij komt helemaal niet over, als iemand die echt uitgebrand is. Zo zitten zij daar. Zuchtend. Van geen goed en geen kwaad bewust. Mens schenkt drie perenlikeurtjes in. Er zal gedronken worden, verdomme. Zij spreken over kinderen en ouderschap, over natuur en de aandrang over het verlangen en de tergende traagheid waarmee leven ooit, tot zij niet langer mee. "Het lijkt langzaam op de klaren" wijst Andreas. Maar de gasten verliezen kleur met elke mistbank die verdwijnt en het weer terug geeft aan de horizon. "Blijf nog even hier," roept hij al evens, maar nog tijdens het schenken van de laatste ronde, verlaten zijn vrienden hem zonder opkijk of ommekeer. Mens, denkt Andreas, terwijl hij ze een voor een omver gooit, je had hem nog moeten vragen of Luci het nummer van je psych wilde. Zo veel verloren zieken, met de ziel onder de arm of die van andere dragende over de schouder. Hij zucht. Wenst opdat de regen zijn vrienden nog eens wil hemelen. Mits er drank is, een man en zijn God, een man en zijn verleidingen spreken nooit zo vloeiend als wanneer het rijkelijk vloeit van spraakwater op 'n eerlijkheidskweekje."

Comments

Popular Posts