Ruiters

"De eenzaamheid van de nacht verbleekte wanneer zijn lip al strakgetrokken langzaam tot glimlach krulde in de slaap.

Soms, zoemt zijn snurk als een atmosferische storing door het landschap van mijn dromen heen.

Dan, lijkt het borstbeen nog machtiger dan tijdens de daad, zet deze kilometers ver strekkend uit en klapt weer in, dan doet hij mij denken aan de leegstand van de V&D en hoe dat hij ooit, opgeblazen zal.

Het verlies verstopt in het duister lijkt de kamer voorbij te sluipen wanneer hij al mijmerend met de kussens en het perzik ruikende nog handdoek vochtige haar speelt.

Soms, geeft hij zich over wanneer de waak op zijn verst, dan vleien de handen zich als die van een dame klaar voor ontvangst van het grootste genot.

Dan, dansen zijn benen door de nacht en geraken alle lakens abrupt verloren aan de vliegensvlugge voeten.

Het beangstigende aan de slaap, leek jaren, dat wanneer een mens dan van nature onbewust ademt, het hart vanzelfsprekend slaat, en dromen doen ontstaan zonder weet, tot weer wedergekeerd, dat dus ook, van nature en zonder enige weet, gestopt zou, overlijden zou, de dood, binnen zou kunnen kruipen van onder het dekbed langzaam, van tenen tot kop, het lijf van de ijzige kou zou voorzien.

Maar, de warmte, houdt mij nachtenlang wakker, in elk gedraai en gebrabbel dat hij predikt tijdens. En ik, geloof, dat de avond niet meer zo erg, de nacht niet meer zo eng, wanneer de dekens gedeeld met."

Comments

Popular Posts