Moby my dear


"Noem hem Gierand, voor het gemak. Ik zei, dat het niet autobiografisch was. Maar ik lieg. Graag. Vaak. Te veel. Ik kende hem.
Gierand zat in de hoek van de kamer. Gesloten met een oog luierend op het boek. De ander al hunkerende naar oplichtendheid verder op. Hij zuchtte af en aan. Soms vroeg ik hem, dan tijdens, "denk je dat wij het redden?"
Maar zoals een kapitein, altijd, en een gereneraal ook niet anders kan dan, was hij geobsedeerd met het moeten kunnen winnen van een oorlog gevoerd om de vrede, met het moeten kunnen overmeesteren van ongeloofelijk onstuimige oceanen waar geen mens zich aan wil wagen.
Daarom wist ik, bij voorbaat al, dat het altijd nee, en altijd, ja zou. Maar vooral, in altijd en van nature, hangen blijven.
Gierand was geen ontevreden man, verzorgde het bezit alsof schatten, maar kon in een ademteug overal afstand van doen. Dingen, deden hem veel maar niet zo veel als dingen kunnen doen.
Zo werd hij dan ook steeds kaler. Van kippen die kaal zijn, kan niet meer geplukt worden, maar er werd gepikt en gepikt. Hij werd zo bleek soms dat het grauw scheen. Hij werd zo tenger soms, dat hij bibberend leek.
Zo werd hij dan ook steeds kleiner. Zichzelf verontschuldigend dat hij een mens, ook maar mens, en een kind, een gekwetst kind was. Hij werd zo vaal dat het soms leek alsof hij kleurloos. Hij werd zo schuchter dan het soms scheen alsof hij overgeleverd aan, opgegeven had.
Gierand was niet zomaar een man, met een boek, hij was de man, met het boek van het juiste uur. Zo luidde de bellen, nieuwe tijden in.
"Noem me Alice," besloot ik hem.
Hij slikte zijn tranen weg. "Is het te redden denk je?" "Wat?" "Ik.."
Gierand nam de hand, al uitgestrekt op tafel. Wij schipperen de wereld rond, op zoek naar veren, die door zware weren loslieten, en bij elke onwaarschijnlijke vondst, lijkt hij groter, voller, bebloosder en gezonder. Met iedere veer, wordt hij veerkrachtiger. Alsof zelfs een kapitein, een generaal, in tijden van vrede, vleugels spreidend, vliegen kan."

Comments

Popular Posts