5.

Tot morgen kwam zonder zorgen.
Maar verdween minstens zo loos. 

Er zit geen gedag in maar, genoeg gedachte achter, om de dagen te plaatsen. 

Iedere keer dat geen afscheid nemen ons scheidden, stelde ik mezelf veilig. 

Als je me de dag niet vertelde, waren onze dagen nog niet geteld. 

Daar telde ik op. 

Ik ben dan ook een mens van woorden. 

Op details gericht. 

Verschoten van hoe mijn verschiet een snaar raakt zo zwaar beladen, 

dat zij ongevoelig aan verbuigingen van kleinste soort alsnog ten over valt. 

Het zat opgeborgen in de opgetogenheid van je dansende bewegingen. 

Ik veer met ieder ritme mee, wanneer jij de toon zet in je zeggen. 

Wij leven zonder opsluiting in een vrijwillig gevangenschap van beperkingen, 

bewegen ons als de rimpeleffecten van kringen, 

zo doen wij stenigers zich onschuldig voor. 

De plons in het diepe laten gedijen tot we in de stroom van achtereenvolging, 

mee deinen in het achter volgen van die ene gedachte, 

waar eindigt de cirkel die nooit vanuit een beginpunt getrokken is?


I can't think logical when I am with you logically.

















Like this? Like us! Thanks :))

Comments

Popular Posts