Ams.

"Het was er nooit stil hoeveel er ook gezwegen werd. De ogen zo vol van. De tranen overduidelijk. Het haperen van de stem en stilvallen tijdens het bekijken van het beeld.
Spiegeltje spiegeltje aan de wand, wie houdt mijn, mijn hand?
Hij was triest en zoekende. Heeft veelvoudig gelogen zonder weet, wanneer hij opperde dat hij mij gevonden heeft. Het veranderde niets. Hij veranderde. En dat was alles.
Het was een zoektocht die leven, Kundera beschreef het als geen ander, er is geen repetitie, alleen de dans.
De weg was kort, de weg was lang, en altijd kwam de man, weer boven water.
Het was een uitzonderlijke tijd zonder enige uitzondering. Het was alles behalve normaal maar behoorde der halve alsnog tot het dagelijkse.
Hij keek graag, lang en diep, soms leek het dwars door, op zoek naar het alomvattende antwoord. Er is er geen. Er is geen spiegel die hem influisterd wie hij werkelijk is. Maar er zijn beelden. Van zij die naast, de woorden spreken. Van geloof, hoop, liefde.
Welke ogen, worden nooit oud, in de spiegel? Welke handen blijven altijd warm welkomend hoe koud de reflectie dan ook?
Hij stotterde in die tijd. De keel zong woorden tot trillerige liedjes van had geprobeerd te zeggen.
"Wij... Wij... Zouden zo..."
"Ik kan niet meer kijken het, het, is te..."
En wij kijken toch. Een mens blijft altijd turen, turen naar het beloofde land."

De beloofde koelkast smolt zelfs voor je. 

Comments

Popular Posts