"Droom - Versie 815-A"

"In een parkje, lichte lente zon, geen idee waarom, maar sproetjes, je sproetjes ze lijken wel met een miljoen vermenigvuldigt te zijn, 
Ik zie de zon door blaadjes heen schijnen, ik zweer in je armen, lijkt de wereld zo veel lichter,
Je beweegt in slow motion, je borstbeen, je hartslag, zelfs het knipperen van je ogen, het ontstaan van je lach, alsof de wereld haar draaien probeerd te stoppen om even voor jou alleen stil te staan, te willen, compleet stil te willen staan bij jou, 
Op een kleedje, geruit, languit, met onze blote voeten in elkaar gestrengeld soms gekieteld door het verse gras,
Er wordt een meloen aangesneden het sap kieteld mijn wangen, het gegiechel overstemd het gefluit van de vogels wanneer je het sap verhelpt, er wordt gelachen alsof wij aan levens voor geluk te over hebben, heel gewoon, zo gewoon, dat het normaal lijkt,
Soms vis ik de stukjes van je gezicht, elke aanraking zacht en lieflijk, laat me slapen, ik smeek je, waak me niet wanneer de droom zo zoet is,
Er spelen kinderen verder op, een van de hummeltjes ligt opgekruld te slapen zo tussen de twee in, als muisjes, zo knus knuffelend, de kippenvel, zij doet mij altijd ontwaken, om te ontdekken, dat de avond vertrokken is en de ochtend waarin zij jouw warme lichaam mist, koud als een heropgestane winter is, 
Voordat hij gaat, nog vijf minuutjes, nog vijf, nog heel even, eventjes maar, aai me tot ik in slaap val, toe, toe, ik val zo graag warm en kalm in slaap, toe laat me een muisje zijn tot de ochtend mij sluierd tot weduwe, laat me eventjes, heel eventjes, toe, vijf minuutjes maar... Dromen."

Comments

Popular Posts