X

"Er leeft een leger aan mannen in het vrouwen hart,
Vaders, meesters, ooms, vrienden, neven, broers, jongetjes,
Er leeft een leger aan vrouwen in het mannen hart,
Moeders, juffen, tantes, vriendinnen, nichten, zussen, meisjes,
Die op elke 'ja, ik' antwoorden met 'nee',
Die op elke 'wil én mag' antwoorden met 'moet én zal',
Die op elke 'ik hoop' antwoorden met 'maar jij'.
Er leeft een legio aan ontoereikende liefde, onvolwaardigheid, en miskende ogen, daar in de grotten de diepste krochten van het mensen hart.
Als een slang, veranderlijk, maar vergeet nooit, dat hoe vaak een slang ook zijn huid verliest, het altijd een slang blijft...
Er leeft een zee aan groen gele giftig gekleurde slangen in elke ader, elke kronkel grage hersenstructuur én de gaten van mijn hart.
De sissende tongen slurpen zo sluipende door mijn wezen langzaam maar zeker mijn zijn op met het stiekeme stelen en stellen en vlijmscherpe serveren van een sidderende slachtende smiespeling die smacht naar het veroorzaken van verval.
Er leeft een leger aan mannen en vrouwen, van slangen,
In elk kinderhart dat dé man, dé vrouw,
Uiteindelijk de idioot maakt. 
En op elke 'ja ik', schreeuwen zij in koor 'nee'.
Tot de idioot zo dwaas is, de stemmen over de zijne te geloven."