Zijn planning verbaasde haar iedere keer. Het meedogenloos
rijden op de tijd alsof het een wild paard is. Afspreken met haar, om
vervolgens halverwege de middag tussen neus en lippen door te vermelden dat hij
ook nog naar de winkel moet. Eigenlijk wel binnen nu en een uur. Maar dat hij
graag voor haar wil koken rond etenstijd zodat ze samen kunnen dineren. Wat het
onvermijdelijk maakte dat zij met hem mee moest naar de winkel. Dat zij hand in
hand zouden lopen door de stad. Als een verliefd stel dat met elkaar paradeert
over de straten, in ieders gezicht wil zeggen “ik ben voorzien”.
Ze had hem gezien, naakt, met en zonder kleren. Ze had ook
voorzien, dat ze hem nooit zou kunnen voorzien van zijn diepste verlangens. Ook
al was hij zich er nog niet bewust van wat deze waren. De fantasieën die door
zijn hoofd gespeeld hadden waarin zij een rol had tijdens het aftrekken, was al
een waterverf portret, een schim van hoe hij haar lichaam naakt voorstelde, hoe
hij hoopte dat ze zou bewegen, en hoe hij zich voorstelde dat haar zuchten
tijdens gemeenschap klonken.
Daarentegen was zijn fantasie over hoe zij als persoon was,
tot in detail uitgewerkt. Ze wist dat als het niet vandaag was, dan wel morgen
of de dag na morgen. Zeker zal er een dag na morgen komen, waarop zij hem zou
doen laten ontdekken dat ze niet slechts de karakteristieken mist van zijn
fantasie, maar deze bewust van haar persoonlijke belichaming van haar ziel
ontdaan heeft. Dat zij zichzelf zoals ze was voordat ze leefde, daadwerkelijk
leefde, verraden had, en daarmee hun liefde al voor zij ontmoet hadden,
onmogelijk had gemaakt.
Ze wist dat alles wat hij adoreerde in haar als vrouw, als
persona naar de buitenwereld, slechts een mist gordijn is, dat moet afleiden
van wat er daarachter afspeelt. Het moet de vijand verwarren, zodat het niet
weet waar het moet zoeken naar het doelwit. Zodat het de nederlaag niet kan
doorzetten en het oorlogspad moet staken. Haar lieve zachte karakter en haar
onschuldigheid waren slechts rollen, die zij als maskers bewaard had van haar
vorige levens. Wetende dat zij deze eigenschappen zo natuurlijk kan spelen
alsof het daadwerkelijk haar eigenheid was, daar waar ze eens van haar geweest
waren. Maar ze gekozen had voor verwerpelijke pad dat meer dan een maar al te
lief verworpen had, waar zij als een wees op zoek ging hoe deze te kunnen
verwerven, alsof haar nietszeggende leven er vanaf hing. Alsof alleen nog
zelfverwijt voor het verloochenen van de ziel haar dwalende intellect zou
kunnen redden.
Haar lieflijkheid was niet vrouwelijk, noch haar
zorgzaamheid. Het was een pure kinderlijke eigenschap die zelfs twee jarige al
tonen voor hun bloedverwanten. Het is een bekommering over de zwakkere, over
zij die niet in staat zijn zichzelf te redden. Misschien zat in die
psychologische waarheid, als iets al waarheid genoemd zou kunnen worden, de
reden besloten waaronder haar liefheid naar hem uit voort vloeide.
Immers had ze zichzelf nooit toegestaan bij andere haar
kinderlijke kanten te tonen. Bij andere mannen, van wie ze nog naar veel meer
verlangde dan hem, had ze zichzelf nooit toegestaan puur te zijn, haar
innerlijke kind te tonen. Wellicht ging zij tegen zichzelf verder, was het dat
ze vanaf het begin af aan als wist, dat hij de zwakkere was. Hij zou zich
verlies in de dromerige wereld van zijn verliefdheid en de realiteit
interpreteren zoals zijn fantasieën hem al maanden vooraf getoond hadden, hoe
het zou zijn. Daar waar zij zich niet aan het script zou houden van zijn
wensen, zou zijn brein simpelweg de werkelijkheid vertroebelen met het al te
vaak afgespeelde verhaal naar zijn keuze. Als een verdedigings mechanisme tegen
haar rebellie richting liefde. Maakte zijn argument loze waanvoorstelling van
haar als vrouw, al haar nalatigheid goed. Alsof ze het nagelaten had om
opgevuld te worden door zijn fixatie die haar naar zijn moeder plaatste. Daar
waardoor zij, de ultieme vrouw werd van zijn verlangen. Niet de vrouw om liefde
mee te maken, maar om liefde in te verwekken alsof het verwezenlijken van zijn
grootste erotische droom niet meer genoeg was. Niet meer de prioriteit was,
maar slechts bijzaak. Alsof seks er niet meer toe deed, voor hem.
Die vanbinnen, ongeveer ter hoogte van haar maag, voelde ze constant
steken. Deze irritante pijn die niet weg leek te trekken en aanvoelde als een
spijker die haar ingewanden doorboorde, zette telkens op wanneer ze in zijn
ogen zag, dat hij het moment nog voordat het geschiedenis was, al aan het
redigeren was. Ergens kwam de steek naar voren uit het verlangen dezelfde
vaardigheden als hem in haar bezit te hebben. Kon ze maar goed maken voor
zichzelf hoe andere haar keer op keer teleur gesteld hadden. Zij had haar oren
willen geven, voor de eigenschap zich los te kunnen maken van de woorden die
daadwerkelijk gezegd zijn, en niet de woorden die gezegd hadden kunnen worden.
Hoe veel verraad op de weg naar ongeëvenaarde vrijheid had deze eigenschap haar
kunnen besparen?
No comments:
Post a Comment