"鴨が葱をしょって来る"


"De eend liep al jaren met de prei op de rug. Hij vroeg erom. Ik antwoordde enkel.
In tijden van oorlog en ziekte zijn er geen grenzen of morele regels. Alles ligt overhoop. Het enige doel: overleven.
Je zou kunnen zeggen, dat je het er aan de buitenkant niet af ziet. Maar dat de vreemdelingen die mij voorgingen wel opmerkelijk opmerkzaam zijn over het gezicht en de lijnen nu, zegt genoeg.
Soms zijn wij blind omdat we geen blik willen werpen op het ongemak van de waarheid.
Je ziet het aan het gehele gelaat. De ogen, de kringen, de tassen, de schouders. Niets blijft onaangeraakt. Zelfs de handen vervormen van kleur en structuur.
Er woedde een strijd tussen plicht en besef. Beide kampen uit hetzelfde hout en met hetzelfde bloed gesneden.
Het was alles behalve subtiel. De loopgraven op het voorhoofd en de kampen onder de ogen schreeuwde het uit.
Het trillerige lichaam, beroofd van alle controle, zo ondervoed en uitgehongerd.
Broodkruimels deden ons kilometers aan afstand overbruggen om daar midden op de brug de ander te ontmoeten, radeloos, wanhopig, hongerig naar meer.
Wij deelde bodem en gronden, hopende dat er op gevoed kon worden.
Wapens werden tijdelijk neergelegd, oorlog werd periodiek gestaakt, en de grond die brak scheen bracht klaprozen.
De vreemdelingen die mij voorgingen hadden de waarschuwingen, niet als waarheid na gelang van tijd, durven te lezen.
De oorlog sloeg hem laveloos.
De vreemdelingen die mij voorgingen vroegen meer.
Maar meer was er niet meer. Er werd zojuist gezocht naar, meer of anders.
Hij vroeg er om. Zoals de eend met de prei. Een op miljoenen. Ik antwoordde enkel."

Comments

Popular Posts