Opgeknipte stukjes van lange proza die nergens heenging in de hoop een korte zinvolle variant met minder volle zinnen te kunnen maken. (2)



De muziek snoei hard. Hij zegt al jaren dat ik doof ga worden.
Ik denk dat ik altijd al doof ben geweest.

Het is niet dat ik niet naar je luisteren wil.
Ik zit gewoon zo vol van, willen zien wat je zegt.

En ik begrijp dat het niet logisch is wanneer ik je weinig in de ogen kijk tijdens.
Het is alleen, dat je ogen zo verraderlijk, meeslepend zijn.

De eerste keer dat je een leugen vertelde zonder het te weten, zat het daarin besloten. 
De eerste keer dat je me de waarheid sprak en dacht dat het een leugen was, ook.

Je ogen liegen er nooit om.

Zij kunnen het niet. Zelfs als je het niet zelf weet, zij weten het.

Dat is misschien dan ook, waarom ik steeds vaker naar je handen kijk.
De handen zijn zo goed als altijd kalm en rustig. Op liefde gericht.

Dat is misschien dan ook, waarom ik steeds minder naar je ogen kijk.
De angst dat de blik waarmee je me aankijkt wanneer je het meent, verdwijnt.

Ooit tijdens een college psychologie vertelde de docent dat alles waar wij vanaf het eerste moment voor vielen, later in de relatie, alle irritatiepunten. 

En misschien, is dat dan ook, waarom ik het je steeds minder durf te vragen.
Omdat de grootte van het hart zo omvangrijk, plots zo anders lijkt.
Omdat de diepte van het hart en al zijn kronkels, plots een zoektocht met tochloze keren.

Het is niet dat ik niet naar je luisteren wil.

Ik wou dat ik het kon horen, dat ik niet doof was, maar blind.
Dat wat de oren registeren, moet samengevat worden, het mag in eigen woorden gezet.
Het bestaat voornamelijk uit het verhaal dat wij onszelf daarover vertellen.

Maar wat je ziet, dat je kun je niet ontzien. 

En ik denk zo, dat ik altijd beter was in het vertellen van verhalen. 
Of op zijn minst, om ze zo te kleuren, dat het lijkt, alsof de toekomst beter is.

De gelovige stopte met het preken van het lot en betekenis.
De gelovige stopte met het vertrouwen in en delen van.
En het zijn niet de woorden of het gevoel dat, maar het verlies van essentie.

Ik weet wie je bent, want ik was erbij toen je hem ontmoette.
Ik weet wie je was, want de wereld herinnerd me constant.

En ik zou zo graag weten wie je wordt, of wil zijn.
Zodat op zijn minst de ziel zich eventjes vind in mijn, schoot.

Vruchten geplukt kunnen worden die gezonder dan appels. 
Leg je hoofd, even hier om te rusten.

Ik weet, dat wij allebei vermoeid, als kinderen, nog meer in drukte storten.
Maar, zouden wij even, op het bankje in de park, naar het spelen van de wind met de bladeren kunnen kijken. Alsof tijd, gewoon gewoon, is.

Kunnen wij daar stil zitten samen, en zwijgen, 
enkel naar elkaar kijken, omdat ik je zo graag horen wil.

Het is niet dat ik doof ben. 
Meer, dat ik geleerd heb.
Dat in liefde, gebaren, de enige echte taal is.




Comments

Popular Posts