Tante Annie
"Toen ik nog een prulleke was, vond ik haar altijd intens, ze gaf je te veel snoepjes te vaak achter elkaar, de tanden sprongen zowaar uit je mond, je kreeg knuffels waarin je verstikte, moest altijd 101 vragen beantwoorden over je leven, luisteren naar de verhalen van een oude vrouw.
Later, werd ik ouder, en wijzer, en begreep ik dat alles wat ik intens vond aan mensen, te maken had met de overdadige goedheid van de ziel, of het hart.
Er zijn zo weinig, volhartige ongeexcuseerde mensen die hun mens wezen tegenwoordig.
Nu, wenste ik dat ik mij als klein kind nooit onhandig uit haar houtgreep verwijderde, dat ik geen "nee" had gezegd tegen de snoepjes of cola die zij speciaal voor de kinderen kocht, wilde ik dat ik elk uur dat ze praatte over de oorlog met onlosmakelijke aandacht geluisterd had.
Nu, grijp ik haar stevig vast in een houtgreep wanneer ik haar zie, wenste ik dat ze langer bleef of ik langer blijven kon, zeg ik "ja" op alles dat geopperd wordt, vraag ik haar bij elk ontmoeten, tante Annie kunt u me nog een keer vertellen over vroeger? Alsjeblieft, toe.
Ooit vroeg ze me, haar verhaal te schrijven, als zij overleden is, een verhaal over hoe de oorlog was voor een normaal mens in Rotterdam, ik wordt er altijd bang van, wanneer zij erover begint, voel mij bezwaard, dat ik moet beloven, opdat er geen schrift de wereld in gedacht zou mogen worden, waar zij als bij karakter normaal omschreven zal, zij is alles behalve gewoon, een heldin van ongekend formaat, verkleed als oud dametje met verhalen over de oude tijd waarin goed, jaren in de toekomst nog lang niet vanzelfsprekend te vinden was.
Een mens weet zo weinig hoeveel het waard is, dat een onvergetelijk mens, bij hart, nog na tachtig jaren, piekeren kan, ik zal de blaam treffen wanneer de belofte verbroken wordt, haar verhaal als een oorlogsheldin onder de pressen viert, en haar naam bij elk openslaan het dankwoord doet luiden.
Vroeger, toen ik nog een prulleke was, vond ik haar intens.
Later, toen ik ouder en wijzer was, begreep ik, dat je dat zorgzaamheid en onvoorwaardelijke liefde noemt."
Later, werd ik ouder, en wijzer, en begreep ik dat alles wat ik intens vond aan mensen, te maken had met de overdadige goedheid van de ziel, of het hart.
Er zijn zo weinig, volhartige ongeexcuseerde mensen die hun mens wezen tegenwoordig.
Nu, wenste ik dat ik mij als klein kind nooit onhandig uit haar houtgreep verwijderde, dat ik geen "nee" had gezegd tegen de snoepjes of cola die zij speciaal voor de kinderen kocht, wilde ik dat ik elk uur dat ze praatte over de oorlog met onlosmakelijke aandacht geluisterd had.
Nu, grijp ik haar stevig vast in een houtgreep wanneer ik haar zie, wenste ik dat ze langer bleef of ik langer blijven kon, zeg ik "ja" op alles dat geopperd wordt, vraag ik haar bij elk ontmoeten, tante Annie kunt u me nog een keer vertellen over vroeger? Alsjeblieft, toe.
Ooit vroeg ze me, haar verhaal te schrijven, als zij overleden is, een verhaal over hoe de oorlog was voor een normaal mens in Rotterdam, ik wordt er altijd bang van, wanneer zij erover begint, voel mij bezwaard, dat ik moet beloven, opdat er geen schrift de wereld in gedacht zou mogen worden, waar zij als bij karakter normaal omschreven zal, zij is alles behalve gewoon, een heldin van ongekend formaat, verkleed als oud dametje met verhalen over de oude tijd waarin goed, jaren in de toekomst nog lang niet vanzelfsprekend te vinden was.
Een mens weet zo weinig hoeveel het waard is, dat een onvergetelijk mens, bij hart, nog na tachtig jaren, piekeren kan, ik zal de blaam treffen wanneer de belofte verbroken wordt, haar verhaal als een oorlogsheldin onder de pressen viert, en haar naam bij elk openslaan het dankwoord doet luiden.
Vroeger, toen ik nog een prulleke was, vond ik haar intens.
Later, toen ik ouder en wijzer was, begreep ik, dat je dat zorgzaamheid en onvoorwaardelijke liefde noemt."
Comments